Aquarium

14 april – 29 april

Na twee uur hangen en dutten op de boot, komen we aan op Bomba, een klein eilandje met hutjes aan het strand. Dat ziet er goed uit! We kiezen een hutje uit, trekken onze zwemkleding aan en na de lunch nemen een duik in het super heldere, warme water. Dat wordt goed snorkelen hier!Iedere dag vaart de eigenaar van Poyalisa erop uit, naar een mooie snorkel plek. Meestal is een snorkeltrip een halve dag. Een van de dagen gaan we er een hele dag op uit. We zien twee mooie spots, lunchen op het strand en bezoeken een klein vissersdorpje. Hier verdienen ze geld door de verkoop van vis en lobster. Met een paar kilo lobster vertrekken we naar Poyalisa. De kinderen uit het dorp vinden het razend gezellig al die toeristen en we moeten meedoen met voetballen. Niek wilt de lobsters eens van dichtbij bekijken en springt het water in. De kids volgen dit voorbeeld en duiken, springen, maken salto’s en gaan op de gekste manieren het water in. Nou, Niek kan dat ook en wilt een bommetje doen. Helaas is de bamboesteiger toch minder sterk dan verwacht en in plaats van een bommetje, zakt Niek door de steiger, het water in. Een flinke kras op zijn voet houdt hij hieraan over, maar die is zonder problemen weer genezen. De dagen bij Poyalisa vliegen voorbij met snorkelen, relaxen, vissen en lekker eten. De maaltijden bestaan steevast uit rijst, groenten en veel vis, hmmm.

Na vijf dagen Bomba wordt het tijd om naar een ander eiland te gaan. De bootdienst tussen de eilanden is maar minimaal. De public boot gaat maar een enkele keer per week en dan ook alleen op en neer tussen Ampana en Bomba. Vanuit Ampana kun je dan, de volgende dag, met een andere public boot naar Wakai. De andere optie om te reizen is een boot charteren. Met zijn tienen charteren we een boot om naar Katupat te gaan. Dit is een meer toeristisch eiland, maar ook met maar een accomodatie. Op dit eiland is het weer relaxen en snorkelen. Helaas is het eten beduidend minder van kwaliteit dan wat we gewend zijn van Poyalisa. Fadhila is de uitvalsbasis voor het goede doelen project Everto. Een Franse vrouw probeert, samen met de locals van Fadhila, een project van de grond te krijgen om de bewoners van de Togeans ervan bewust te maken dat de zee geen afvalbak is. Eens per week gaat ze met toeristen en locals plastic in het dorp opruimen. Ook krijgen de kinderen uit het dorp scholing over mileu verontreiniging en wat je, makkelijk, zelf kunt doen om dit te verminderen. Het project staat nog helemaal in de kinderschoenen en de locals zijn nog niet heel willig om plastic in de afvalbak te gooien, in plaats van op de grond en in de zee. Er staan wel voldoende afvalbakken in het dorp, maar als we daar zijn blijkt er opvallend weinig in te zitten voor een week. Als we een uurtje in het dorp zijn, gewapend met handschoenen en grote zakken om vuil te verzamelen, krijgen we al snel hulp van wat locals, vooral kinderen. Met een grote berg afval keren we terug naar de overkant, naar Fadhila Cottage op het eiland wat bij Katupat hoort. Susan gaat een dag mee op een snorkeltocht, Niek heeft nog steeds het wondje aan zijn voet en kan niet het water in, helaas. De eerste snorkelspot is op het rif, de tweede vlak aan de kust bij een klein strandje en de derde is niet echt een snorkelspot, maar een zout water meer wat vol zit met kwallen. Omdat deze kwallen geen natuurlijke vijanden hebben, steken ze niet en kun je er rustig mee zwemmen en voorzichtig aanraken. De geel-oranje en blauwe kwallen vullen het meer. De GoPro draait weer overuren vandaag.

Vier dagen later gaat de public boot naar Wakai, deze nemen we om vanuit Katupat naar Kadidiri te gaan. Lestari Homestay wordt de uitvalsbasis voor de laatste dagen op de Togeans. De zee waar de Togeans in liggen staat bekend om zijn weelderige koraal en vele, diverse, kleinere vissen en dolfijnen. Er ligt ook een vliegtuigwrak van een B24 bommenwerper uit de tweede wereldoorlog op de zeebodem. De afgelopen twee locaties hadden geen duikmogelijkheden, hier op Kadidiri zitten twee duikscholen. Eens kijken wat de mogelijkheden zijn. Graag zouden we een kijkje willen nemen bij het wrak. Paradise gaat de volgende dag naar het wrak. Dat komt goed uit, kunnen we mooi mee. Het unieke aan dit vliegtuig is, dat het nog in goede conditie is. Het is niet uit de lucht geschoten, maar had problemen met een motor waardoor er een noodlanding gemaakt moest worden. De bemanningsleden hebben het allen overleefd en het vliegtuig ligt erbij alsof het gewoon geland is. Het is alleen aan de verkeerde kant van de Togean Islands in het water terecht gekomen, in het mangrove gebied. Het water is hier niet zo helder, door de modderbodem, als aan de noordkant van de eilanden, waar de zeebodem uit zand bestaat. Een uurtje zwemmen we rond het vliegtuigwrak en zien toch heel wat moois voorbij komen. Het vliegtuig is in de loop van de tijd behoorlijk bedekt onder koraal en heel wat visjes hebben hier hun thuis gevonden. Zo ook de familie Lionfish, een stuk of vijf van deze rovers zwemmen rond boven een van de vleugels. Blijft mooi om te zien, deze apparte vissen. We houden het bij een duik en de rest van de dag brengen we al snorkelend door. Het is alweer tijd geworden om de Togeans te verlaten. De nachtboot naar het vaste land gaat maar een keer per week en morgen gaat hij. Na de lunch worden we met de boot van Lestari naar Wakai gebracht. Waarschijnlijk vertrekt de boot om vier uur. Niemand weet het zeker, het is tenslotte Indonesie.

Tegen vier uur is er nog steeds geen boot. Het zonnetje schijnt, dus we wachten rustig af. Op een gegeven moment krijgen we te horen dat de boot pas om twee uur uit Ampana vertrokken is en en dus niet voor zes uur in Wakai zal zijn. Oke, prima, we wachten wel. Langzaam komt er een donkere onweerswolk onze kant op, hopenlijk houden we het droog. Maar helaas, daar zijn de eerste druppels. Snel zoeken we in beschutting in de wachtruimte. Om zeven uur worden er dan toch wat mensen enthousiast, de boot komt eraan. Het regent nog steeds een beetje, maar we gaan toch richting de kade. Je kunt geen bedden reserveren, dus er geldt wie het eerst komt, die het eerst maalt. En het aantal matrassen is zeer beperkt. Echt handig is de chauffeur van de ferry niet, hij moet twee extra rondjes draaien om goed voor de steiger uit te komen. Maar uiteindelijk kunnen we dan toch aan boord. De matrassn blijken allemaal al bezet te zijn en de economie stoelen zijn harde metalen wachtkamer stoeltjes. We kiezen voor de businesclass, hier staan banken in plaats van stoeltjes. Kun je ook prima op slapen. De bemanningsleden proberen hun eigen cabines aan toeristen te verhuren om zo wat extra bij te verdienen. Voor ons zijn de banken in de businesclass prima, we hebben wel slechtere slaapplaatsen gehad. Deze ruimte is lang niet vol en we beschikken ieder over een eigen bank. Weltrusten!

De overtocht van Wakai naar Gorontalo duurt twaalf uur. Om acht uur in de ochtend komen we aan in Gorontalo en het regent pijpestelen. Welkom terug op het vaste land! Ook nu weer heeft de chauffeur moeite met het aanmeren van de boot. De laadklep wordt, naar onze mening, te vroeg naar beneden galaten en, zoals voorspeld, rammen we met de laadklep de kade. Op de kade staan al heel veel mannen die mensen proberen te ronselen voor hun shared car. Vanaf de kant staan ze al te roepen naar je. Wij hebben een naam gekregen van een meneer die ons verder zal helpen, nu op zoek naar hem. Na wat rondvragen hebben Mr. Ferry dan toch gevonden. We stappen in de auto die ons naar Manado zal brengen. Acht uur later zijn we in Manado, de grootste stad in het noorden van Sulawesi. Voor de kust van Manado ligt Bunaken Island, het duikparadijs van noord Sulawesi. Hier gaan we morgen naar toe, eerst opzoek naar een slaapplaats. De budget locaties blijken ronduit vies te zijn, of zijn vol. Na een tijdje rondzoeken vinden we dan toch een geschikte kamer. We zoeken wat eten en doen wat boodschappen om mee te nemen naar het eiland. In de resorts is eten inclussief, maar als je tussendoor nog iets wilt hebben, zul je het zelf mee moeten nemen. Er zijn geen shops op het eiland.

Dagelijks gaat er een boot van Manado naar Bunaken, maar niemand weet hoelaat deze boot precies gaat. De een zegt een uur, de ander zegt drie uur, vier uur horen we ook nog voorbij komen. Tja, we zijn het ondertussen wel gewend. Wachten dan maar weer tot het tij hoog genoeg is om de haven te verlaten. Om drie uur is het zover, we vertrekken. Het is maar een uurtje varen naar Bunaken, dus we zijn er zo. Als we aankomen staan de mensen van Panorama ons al op te wachten om naar hun accomodatie te brengen. Nog een klein stukje verder met de boot. Na het eten gaan we naar Panorama 2 om met de duikgids te kunnen spreken over de duikmogelijkheden. We besluiten de volgende dag twee duiken te gaan maken. Een in de ochtend en een in de middag. De ochtend boot gaat naar twee duikspots. Op de eerste gaan we snorkelen en op de tweede gaan we naar beneden. De eerste spot is ook geschikt om te snorkelen, helaas ligt er heel veel troep in het water. Tijdens de duik hebben we minder last van rondzwevend plastic en ander spul wat niet in zee thuis hoort, maar ook hier komen we troep tegen. Het koraal is prachtig en we zien veel diverse vissen in de meest vrolijke kleuren. Op het laatst zien we zelfs nog drie squids, die de gids aanwijst door een eetbeweging te maken.

Na de lunch maken we ons klaar voor de tweede duik. Vanmiddag gaan we naar Turtle City. Hopenlijk zijn ze thuis en kunnen we genieten van deze prachtige dieren. Turtle City is een spot met een grote muur van koraal. De muur gaat zo’n twee honderd meter de diepte in en het donkere blauwe water lijkt oneindig. Na een tijdje langs de muur gezwommen te hebben zien we de eerste schildpad. Het is een middelgrote en ligt rustig op het koraal. Niet veel later komt nummer twee voorbij zwemmen. Nummer drie is een kleintje die ook rustig op het koraal ligt. Opeens wordt onze gids erg enthousiast, hij heeft een reuze schildpad gespot en nog wel op het niveau waarop wij zwemmen. Hij ligt op het koraal en er zitten vissen op hem om hem schoon te maken. Een tijdje blijven we hangen om naar hem te kijken, totdat hij over ons heen wegzwemt. Wat een gevaarte! De laatste schildpad die we zien zit een aantal meter onder ons in het diepe. Na een uur komen we enthousiast boven, Turtle City was bewoond!

Vlak voor etenstijd komen we terug aan land. Vanavond eten we samen met de andere gasten in Panorama 2. We wisselen heel wat ervaringen en informatie uit en het wordt nog een gezellige avond. Morgenvroeg gaan we terug naar Manado, de laatste week is bijna aangebroken en we willen graag deze week op Bali, op Nusa Lembongan, doorbrengen.

One thought on “Aquarium

  1. Jaloers maar nu van onder de parasol in een zonnig Brabant genieten van jullie mooie avonturen. Geniet nog even!
    Geertjab

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *