Leve de doden!

9 april – 14 april

9 april vroeg in de morgen vliegen we van KL, Maleisie naar Makassar, Sulawesi. Sulawesi, alweer het laatste eiland wat we gaan ontdekken. Aan het einde van de ochtend komen we aan op het vliegveld van Makassar. We weten nog niet zo goed hoe we verder willen reizen, dus we blijven even op het vliegveld hangen om te kijken of er vluchten zijn naar Manado voor de volgende dag. Deze zijn er, maar eerst maar weer eens de weg naar de stad zien te vinden voordat we een keuze maken tussen vliegen of niet. De shuttlebus zet ons midden in het centrum van Makassar af, handig. Het is maar een klein stukje lopen naar accomodaties en het duurt ook niet lang voor we iets gevonden hebben. Ondertussen is het al laat in de middag en alle toerbureautjes zijn al dicht. Lastig als je wilt weten hoe laat de bus gaat morgenvroeg. Van de medewerkster van ons hostel krijgen we te horen dat er waarschijnlijk wel een bus eerder dan tien uur gaat naar het noorden. We zorgen gewoon dat we vroeg op de busterminal zijn en dan zien we wel. Die avond gaan we gezellig eten met een Nederlands stel, waarvan Nancy ooit mee heeft gedaan aan Peking Express, en een Deense jongen. Zo gezegd, zo gedaan. De volgende ochtend zitten we nog voor half zeven in een bemo die ons naar de busterminal brengt. Als we daar rond half acht aankomen blijkt alles nog hartstikke dicht. Dat zijn we niet gewend van Indonesie. Om acht uur komt er wat leven in de brouwerij en vinden we uit dat de eerste bus inderdaad pas om tien uur gaat. Wachten dan maar. Ondertussen weten alle straatverkopers op het busstation dat wij naar Rantepao gaan en worden we optijd gewaarschuwd als de bus eraan komt. Na een lange rit van negen uur komen we aan in Rantepao, een kleine stad in het zuid-oosten van Sulawesi met grillige natuur en veel traditionele dorpjes met een rijke cultuur die je, op deze manier, nergens anders in Indonesie vindt. We vinden een homestay voor de komende twee nachten en gaan snel op zoek naar eten en informatie over de regio en de tours die er aangeboden. In een toeristen cafe vinden we een gids die wel wat kan vertellen over de tours. We zijn maar een dag in het gebied en willen toch wel wat zien, we besluiten met hem mee te gaan en ons rond te laten rijden door Tana Toraja en de verschillende traditionele sites te bezoeken. Stipt om negen uur worden we door Ucu opgehaald en gaan we op weg. Het Toraja gebied staat bekend om haar traditionele begravenissen. De mensen hier worden met een uitgbreide ceremonie naar hun laatste rustplaats gebracht. Hierbij worden er een of meerdere, het aantal kan oplopen tot wel honderd, buffels geofferd. Het vlees wordt vervolgens verdeeld over de aanwezige famlieleden en andere aanwezigen. Na de ceremonie wordt de overledene bijgezet in het familiegraf, wat uitgehakt is in de rotsen. Wanneer de overledene rijk is, of van hoge komaf is, wordt er meestal een standbeeld bij het graf geplaatst die de overledene symboliseerd. De standbeelden kijken uit over de valei van het dorp, zodat ze, ook na hun dood, van het mooie uitzicht kunnen genieten. De eerste stop is bij een tamelijk toeristische site, Lemo. Hier vinden nog steeds traditionele begravenissen plaats. We lopen door het dorp naar de rots waar de graven liggen. Vanaf de buitenkant is er niet veel meer te zien dan deurtjes in de rots en standbeelden die uitkijken over de valei. De tweede stop is in Kambira waar een boom staat vol met babygraven. Wanneer er een baby komt te overlijden, krijgt deze ook een ceremonie. Als de baby ouder is dan een maand, wordt de tombe bijgezet in het familiegraf. Wanneer een vrouw een miskraam krijgt, of de baby overlijdt binnen een maand na de geboorte, dan wordt het lijkje terug gegeven aan de natuur. Dat doen ze door het lijkje in deze boom te plaatsen. Ze geloven dat de geest, ook van heel jonge baby’s, niet verloren gaat wanneer het lichaam teruggegeven wordt aan de natuur. De derde stop is Tampangallo, Hier worden de overledenen in een grot geplaatst. De grot is al jaren in gebruik en veel tombes zijn letterlijk weg aan het rotten. Veel schedels en beenderen komen hierdoor bloot te liggen. Een beetje een luguber gezicht is het wel. Behalve dat de overledenen een traditionele uitvaart krijgen, krijgen ze ook rijkdommen mee in het graf. De mooiste kleding wordt aangetrokken en als de familie rijk is, gaan er ook geld en sieraden mee het graf in. De nabestaanden blijven altijd voor de doden zorgen. Regelmatig leggen ze rijst, drinken, geld en sigaretten bij de kist en af en toe krijgt de dode nieuwe kleding aan, voor zover dat dan nog mogelijk is. Helaas zijn deze graven een gewilde plek voor dieven en worden ze vaak, zonder respect, leeggeroofd. Na de lunch gaan we verder naar de meer toeristische sites. De eerste is Londa, een grote site die nog steeds in gebruik is. Ook op deze site worden de overledenen in een grot geplaatst. Deze grot is niet uitgehouwen zoals bij Lemo, maar het is een natuurlijke grot. Bij deze grot geldt heel sterk, hoe rijker of hoe belangrijker de overledene, hoe hoger in de rots het familiegraf is. Wanneer we de grot binnengaan zien we heel veel tombes, schedels en beenderen liggen. De oudste tombes kunnen wel honderd jaar oud zijn, terwijl de meest recente tombe nog geen jaar hier staat. De nieuwe tombes worden gewoon bovenop de oudere tombes geplaatst. Na jaren is het hout van de oudste tombes zo slecht geworden dat het simpelweg bezwijkt onder het gewicht van de nieuwere tombes. Het ziet er een beetje uit als een zooitje. Alles ligt er schots en scheef bij en is in elkaar gezakt. Hier doen ze niks aan, ze laten de natuur en de tijd zijn gang gaan. Ook bij deze grafsite zien we veel standbeelden. Bij de andere sites zijn het meer poppen die symbool staan voor de overledene. Bij deze site zien de poppen er heel realistisch uit. Inclussief de gezichtsuitdrukkingen en rimpels, het lijken net wassenbeelden. Ze zijn ook zelfs op ware grote en als de overledene brildragend was, is dit detail niet vergeten. We rijden verder over het platteland van Toraja tussen de rijstvelden en de bergen door. De weg is slecht zodat we niet harder dan stapvoets kunnen rijden op veel stukken. Dit geeft ons genoeg tijd om van het geweldige uitzicht te genieten en de nodige foto’s te maken. In het laatste dorpje van vandaag, Ba’tan, krijgen we uitleg over de manier van leven in deze dorpjes. Wanneer er een ceremonie plaats gaat vinden wordt het dorp tijdelijk uitgebreid met extra huisjes en plaatsen voor alle gasten om te zitten en te overnachten. Aan de ceremonie gaan weken van voorbereiding vooraf. De overledene wordt vaak in de tussentijd in zijn woonplaats, vaak niet het dorp waar hij/zij vandaan komt en waar dus de ceremonie wordt gehouden, tijdelijk begraven in afwachting van de ceremonie. Wanneer het tijd is voor de ceremonie, komen alle familieleden en andere genodigden naar het dorp en brengen allen offers mee voor de doden. Vaak een buffel of een varken. De familie zelf offert de meeste buffels. Hoe rijker de familie, des te meer buffels worden er geoffert. De horens van de geofferde dieren worden na de ceremonie aan het huis bevestigd. Dus hoe meer horens er aan het huis hangen, hoe rijker de familie is. De ceremonie zelf duurt gemiddeld drie dagen en op de laatste dag wordt de tombe bijgezet in het familiegraf. Aan het einde van de middag keren we terug naar Rantepao. Het was een indrukwekkende dag in een prachtig landschap. We verlaten Rantepao met de bus. Als we instappen blijkt het Nederlandse koppel, wat we in Makassar hebben ontmoet, ook in de bus te zitten. Gelijk raken we weer aan de praat. Zij gaan ook naar Tentena om van daaruit door te reizen richting de Togean Islands. In de bus zit ook nog een oudere Nederlandse vrouw die samen met haar man vervroegd met pensioen zijn gegaan om te gaan reizen. Ze zijn nu al sinds 2009 onderweg. Ze reist nu alleen door Sulawesi omdat haar man voor een meniscusoperatie terug in Nederland is. Met zijn vijfen raken we niet uitgepraat over alle reisverhalen die we hebben. Het is bekend dat de wegen in Sulawesi niet de beste zijn. De eerste busrit, van Makassar naar Rantepao, was prima. Comfortabele bus, goede wegen. We zijn benieuwd hoe slecht het gaat worden. Het eerste stuk van de rit voert ons door de bergen van Tana Toraja. Het is een behoorlijke slingerweg en we zijn blij als we na anderhalf uur een plaspauze krijgen. De rest van de weg valt mee. Het asfalt is niet geweldig, maar we hebben al heel wat slechtere wegen gehad deze reis. Na een lange zit komen ‘s avonds rond tien uur aan in Tentena. Natuurlijk zet de bus ons af twee kilometer van het centrum en de mannetjes met moteren zijn maar al te graag bereid om ons verder te brengen. Natuurlijk vragen ze het dubbele van wat normaal is, zogenaamd omdat het avond is, en we vinden een wandelingetje van twee kilometer niet erg. We besluiten te gaan lopen. Na een wandelingetje van honderd meter komen de mannen met motor ons weer achterop. De prijs is nog steeds hetzelfde en we lopen rustig verder. Een minuutje of wat later stopt er een meneer met motor die wel voor de normale prijs wilt rijden. De vrouw alleen stapt achterop en de rest loopt rustig verder. Een fractie later stoppen er twee mannen die toch willen rijden voor de normale prijs. Weer twee van ons stappen op en de mannen laten weten dat ze terug komen om de laatste mensen op te halen. Zo komen we toch allemaal bij het hotel naar keuze. De volgende dag reizen we verder naar Ampana, de plek waar de ferry vertrekt naar de Togeans. Er is public transport van Tentena via Poso naar Ampana, maar het is op Sulawesi heel gebruikelijk om met een aantal mensen een shared car te delen om ergens te komen. De eigenaar van ons hotel biedt zijn auto ook aan voor deze dienst en wilt ons wel naar Ampana brengen. We zijn met zijn zessen, dus dat moet precies passen. Met een beetje passen en meten kunnen bijna alle tassen, er hoeft er maar een op het dak samen met een grote doos, in de auto en kunnen wij er zelf ook nog redelijk comfortabel bij. We gaan opweg. Aan het einde van de middag komen we aan in Ampana. Er zijn hier maar een paar accomodaties en de plek vlak bij de ferry zit vol. In het centrum vinden we een zozo hotel met personeel wat ons naar een bepaald eiland probeert te praten. Wij willen naar Bomba, een klein eiland met maar een budget guesthouse. De man van de receptie houdt een verhaal op dat het vol zal zijn als wij arriveren. Er zouden al tien mensen zijn en wij zijn met zes. We kunnen maar beter naar Kadidiri, een groter eiland, naar Paradise Cottage gaan. Paradise is van dezelfde eigenaar als het hotel waar we verblijven….. Eigenwijs als we zijn blijven we bij ons eerste plan en gaan de volgende ochtend naar de boot die naar Bomba gaat. Daar aangekomen treffen we een meneer die de communicatie tussen de eilanden, het vaste land en de gasten verzorgt. Er is geen telefoon of internet op de meeste eilanden, alleen in Wakai staat een telefoonmast, maar die geeft alleen dekking in Wakai en directe omgeving. Op de Togeans wordt nog echt met koeriers gewerkt. Hij weet ons te vertellen dat iedereen gister is vertrokken van Bomba en dat er plek genoeg is voor ons allen. Niks om ons zorgen om te maken dus. De public boot is niet bepaald ruim. Er is een klein dek waar je onder een zeiltje buiten uit de zon kunt zitten en er is een ruimte binnen. Het is anderhalve meter hoog, dus je kunt er alleen maar op de grond zitten of liggen. Wij willen niet twee uur in de zon zitten bakken en gaan binnen zitten. De locals, die er al zitten, laten ons met handen en voeten weten dat we niet moeten gaan zitten, maar moeten gaan liggen en slapen. Dat is wat zij ook doen. Zo gezegd, zo gedaan. Als de boot op gang komt zoeken we een comfortabele houding en dutten nog wat.

2 thoughts on “Leve de doden!

  1. Hoi Lieverds,
    Leuk dat jullie op mijn verjaardag komen.
    Dit is de laatste keer dat ik reageer want morgen gaan we op vakantie. We wensen jullie een goede thuis reis en hopen jullie snel te zien.
    Groetjes, ook van Jan.
    Liefs Marianne

  2. Hallo reizigers

    het valt niet mee om bij te blijven.
    Ik heb nu al heel wat bladzijdes het wordt een dik boek

    groeten

    peter

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *