4×4

27 oktober – 29 oktober

We gaan naar Fraser! Om 7.00u worden we opgehaald in Flashpackers Noosa. De eerste stop is de office van Dropbear in Noosa. Hier moeten nog wat formuliertjes getekend worden en bekijken we de verplichte instructievideo. Ausralie is een land van vele regeltjes en dit filmpje is er een voorbeeld van. Het filmpje laat zien wat je vooral niet mag doen op Fraser en hoe je een 4×4 moet rijden. Nu we het toch over regeletjes hebben, ze zijn hier in Australie dol op verbods bordjes. De betekenis van de bordjes is altijd heel duidelijk maar het lijkt er vaak op dat men ze tegengesteld interpreteerd. Hier niet zwemmen, juist wel zwemen, etc.

Fraser Island is het grootste zandeiland ter wereld. De Aboriginal’s noemden het eiland K’Gari, ofwel paradijs. Het zand is heel fijn en zacht, wat niet zo goed is voor je elektrische apparatuur, maar wel goed wekt als scubmiddel voor je huid. De meren zitten vol met mineralen en natuurlijke olieen zoals eucalyptus, waar je een lekker zacht huidje van krijgt. Op het eiland is een diversiteit aan unieke flora en fauna te vinden. Zo groeit hier tropisch regenwoud, zijn er diverse vogelsoorten te vinden en het enige ‘groot’ wild wat er te vinden is zijn Dingo’s. Ze zien eruit als gewone honden, maar ze zijn toch wel een stukje gevaarlijker en sluwer. Je moet altijd alles afgesloten bewaren. Vooral eten en afval, maar ook je kleding kan niet in de tent blijven liggen, anders loop je het risico dat een Dingo de geur assosieert met eten en sloopt je hele tent en gaat er vandoor met je tas of kleding. Maar zelfs een dichte afvalzak in de auto, met de achterdeuren open voor wat muziek, is niet veilig voor de Dingo’s. Voor we er erg in hadden waren ze vlak achter ons langs geslopen en hadden ze de zak uit de auto gejat. Gelukkig hebben we de zak, heel, ook weer terug gevonden even verderop. De zee rondom Fraser ziet er door zijn sterke branding ideaal uit voor surfers. Maar laat het maar uit je hoofd om het water in te gaan. De stroming is gevaarlijk sterk en er zwemmen haaien van formaat Jaws. Gelukkig zijn er op Fraser genoeg zoetwater meren en stroompjes, veelal gevuld met regenwater, om een verfrissende duik te kunnen nemen.

Om half negen hebben we de verplichtingen afgehandeld en wordt de bagage over de jeeps verdeeld. We zijn met een groep van ongeveer 15. Drie jeeps, waarvan er een vanuit Hervey Bay vertrekt. Wij vertrekken met twee jeeps vanuit Noosa. Het eerste stukje is nog door het dorp. Nog snel een stop bij een supermarktje en de bottleshop voor de mensen die nog de laatste inkopen moeten doen. Niet veel later wordt er gestopt om wat lucht uit de banden te laten onsnappen. Op los zand rijdt je met wat slappere banden om zo meer grip te hebben. We rijden bij Noosa het strand op richting Rainbow Beach. Het strand is hier is niet alleen voor vermaak maar het is ook gewoon een (hoofd)weg met bordjes en verkeersregels en al. Na een mooie rit langs het strand arrivieren we bij de pond waar we de oversteek naar Fraser maken. Op Fraser is de eerste stop Lake McKenzie. Hier ontmoeten we de derde jeep.

De komende dagen gaan we met deze groep Fraser verkennen. We lunchen met lekkere wraps en maken kennis met de andere mensen in onze greop. Een leuke gevarieerde groep mensen. Met een rond buikje van de heerlijk lunch gaan we richting het meer. Het eerste strand wat we tegen komen is behoorlijk druk, we besluiten door te lopen naar een wat meer afgelegen stuk strand, de zogenaamde Secret Beach. We vervolgen het flonderpad, wat op sommige plaatsen wel een halve meter onder water staat. Het pad loopt dwars door het mangrove bos. Een paar minuten later komen we aan bij de Secret Beach waar verder helemaal niemand is. Snel de zwemspullen aan en het water in! Lake McKenzie is een meer gevuld met regenwater. De bodem bestaat uit wit zand, waar heel Fraser uit bestaat, met daar bovenop een dikke laag organisch materiaal. Wanneer je dit weg zou halen verdwijnt het meer, simpelweg omdat de zandbodem niet ‘waterdicht’ is. Door de zandbodem is het water super helder. Tot diep kun je gemakkelijk tot op de bodem kijken. Het witte zand van Lake McKenzie is zo fijn en zacht dat het zeer goed werkt als scrubmiddel en je kunt er zelfs je tanden mee poetsen. Je glazuur gaat er niet van kapot. Ook het water is goed voor je lichaam. Er zit tea-tree-oil in het water. Hierdoor krijg je een heerlijk zachte huid. Behalve dat het zand en het water goed voor je lichaam zijn is het meer ook een goede plaats om een potje te lummelen. Met bijna de hele groep staan we in het water de bal over te spelen.

Eenmaal terug bij de jeeps wordt gevraagd wie er wil rijden. Susan laat weten dat ze wel een stukje wil rijden in een 4×4. Mark onze gids vraagt nog even of ze een beheerste rijdster is. De track die ons wacht is volgens Mark nogal uitdagend. Na wat instructies van Mark, ‘Als ik mijn arm uit het raam steek moet je je stuur recht houden en vooral vol gas geven and Have fun!’ Oke, dat wordt leuk. We gaan op weg. Het eerste stuk gaat al gelijk het bos in en al snel wordt duidelijk wat Mark bedoeld met probeer je stuur recht te houden. Het zand neemt de controle over van de wielen en soms staan je wielen dwars terwijl je wel rechtuit gaat. Niet doen dus op los zand, zo kun je vast komen te zitten. Op een gegeven moment meld Mark zich over de Walky Talky. We zijn aangekomen bij het uitdagende stuk. De rest van de inzittenden van de jeep, die niet weten wat ze te wachten staat, luistert mee en beginnen spontaan te giegelen en sommigen worden toch wat onrustig. Let the party begin! Het is een smalle, behoorlijk hobbelige weg met zeer veel los zand. Je moet echt in de sporen proberen te blijven, anders kom je direct vast te zitten. Al plankgas, klinkt harder dan dat het gaat, ploegen we door het zand en na een hobbelige rit van 40 minuten komen we aan bij Central Station, het eindpunt van deze etappe.

Central Station dankt zijn naam aan het treinstation wat in het verleden hier lag. In de jaren tussen 1970 en 1990 is er veel hout gekapt en zand gewonnen op het eiland. De trein zorgde ervoor dat de goederen naar het strand vervoerd konden worden om verscheept te worden. In 1991 zijn ze ermee gestopt en sinds 1993 staat Fraser op de UNESCO werelderfgoedlijst. Het nog steeds de plek op het eiland waar nog veel tropisch regenwoud te vinden is. Het enige tropisch regenwoud ter wereld dat op zandgrond groeit. We maken een wandeling door het woud en Mark verteld het een en ander over de Aboriginals, die er geleefd hebben en de unieke planten die hier te vinden zijn. Zo is hier een varensoort te vinden die alleen hier groeit en de dinosaurier van de varens genoemd wordt, omdat hij zo groot wordt en de oudste bekende varensoort is. Er wordt gezegd dat deze al in de tijd van de dinosaurussen bestond. Ook de welbekende hertshoorn. Nu begrijpen we ook waarom ze in Nederland als kamerplant het niet volhouden. Het is een plant die in symbiose op een boom leeft. De hertshoorn voedt zich met de oude bladeren van de boom die in de kelk van de hertshoorn vallen. De planten die we gezien hebben zijn gigantisch en tientallen jaren oud.

Na Central Station wordt het tijd om naar het kamp te gaan. Er is niemand die zich aanbiedt om terug te rijden dus Susan kruipt weer achter het stuur. Zij heeft de smaak van de 4×4 te pakken! Het is een kort ritje door het bos en het laatste stuk over het strand, de snelweg. Hier kunnen we vaart maken. Met 80km/h, wat mag op het strand, scheuren we naar het kamp. In het kamp aangekomen is het tenten opzetten en kunnen we ons gaan voorbereiden op een heerlijke BBQ met steak en worstjes en heel veel groenten. De rest van de avond spelen we spelletjes en proberen we geluid te krijgen uit de didgeridoo, een instrument waar de aboriginals muziek mee maakten. Het was een lange en vermoeiende dag en nog voor middernacht ligt iedereen op bed.

De volgende dag staat om zeven uur het ontbijt klaar en nog voor achten zitten we alweer in de jeeps voor de tweede dag rondrijden. Er staat vandaag veel op het programma dus er kan veel gereden worden. De eerste stop is Great Sandy National Park. Enorme zandduinen die iets weg hebben van een maanlandschap. Het zand heeft diverse kleuren en de wind zorgt voor de spectaculaire duinen. We beklimmen een erg hoge en steile zandduin om vervolgens weer omlaag te rennen. Onderweg naar de jeeps laat Mark een zware steen vallen, het klinkt hol. Onder het zand waar we op lopen blijkt een grote ondergrondse rivier te stromen.

De tweede stop is Eli Creek. Deze creek (stroompje) wordt gevoed door de ondergrondse rivier waar we zojuist waren en stroomt naar zee. Het water is weer super helder. Je ziet nauwelijs dat het stroomt. Nog vreemder, het beekje is helemaal stil je hoort het niet stromen. Dit komt doordat de bodem van hetzelfde fijne zand is als Lake McKenzie. De creek is voor ons een heerlijk bad, we waden een stuk door het beekje.

We rijden door naar het Maheno ship wreck. Een groot Japans cruise schip dat begin van de jaren 50 aan land gelopen is. Alle opvarenden hebben het overleefd, maar het schip hebben ze laten liggen. In de jaren daarna hebben de locals het schip leeggeroofd en de meubels, houten platen, serviesgoed, enz. Gebruikt voor hun eigen huizen. De opa en oma van Mark, die ook op het eiland wonen, hebben houten platen van het schip in hun huis verwerkt. Nu is er alleen een karkas over wat zeer snel verandert door aantasting van het zeewater. Bij het Maheno wrak liggen ook oude zand formaties die uit tig van verschillende kleuren bestaan. Een mooi gezicht, maar heel spectaculair is het niet.

Na de lunch, rijkelijk gevulde wraps, rijden we naar de Champagne Pools. De enige plek op het eiland waar je veilig in zeewater kunt zwemmen. Het zijn rotsformaties aan de kust waar de golven op stuk slaan. Het water dat over de rotsen stroomt, vult de gaten zodat er grote pools ontstaan. Sommigen zijn behoorlijk diep en je kunt er ook diverse vissen in aantreffen. De samenstelling van de vissen varieert constant omdat de pools steeds weer gevoerd worden met nieuw zeewater, en dus nieuwe dieren, en ook weer in verbinding staan met zee zodat ze ook weer weg kunnen. Helaas is het erg winderig vandaag en valt er zelfs wat regen, niet echt lekker om het water in te gaan. Maar ondanks dat het grijs weer is, is het een mooie plek.

Het is weer tijd om een stukje te rijden. Het is maar een paar minuten van de Champagne Pools naar Indian Head, een rotsformatie die voor de Aboriginals erg belangrijk was. Hier voerden ze rituelen uit en vierden ze feest. De rots onderbreekt het strand en loopt als een steile klif de zee in. Bij goed helder weer en weinig wind, kun je hier groot zeeleven spotten als schildpadden, haaien en in het walvisseizoen ook Humphback wales. Op het moment waait het zo hard dat we maar met moeite ons evenwicht kunnen bewaren tijdens het lopen. We worden haast weggeblazen, Niek zijn hoedje letterlijk. Nu loopt er waarschijnlijk een Dingo met een hoed op Fraser rond.

Het begint al wat te schemeren als we weer terug bij de auto’s aankomen. Nog een stop en dan gaan we terug naar het kamp. De rit van Indian Head naar Eli Creek, waar we vanochtend ook al geweest zijn, gaat geheel over het strand. Susan mag weer achter het stuur kruipen van de automaat. Het strand is de doorgaande weg van het eiland en regelmatig moet je je richtingaanwijzer aanzetten om de tegenligger duidelijk te maken aan welke kant je blijft rijden. In principe gelden de normale verkeersregels, dus links rijden enzo, maar op het strand zoek je toch meer de makkelijk te rijden delen op en probeer je toch zoveel mogelijk water en diepe gaten te vermijden. Hierdoor geraak je regelmatig ‘op de verkeerde weghelft’. Eventuele tegenliggers laat je met je richtingaanwijzer weten waar je blijft rijden. Werkt goed.

Eli Creek wordt de laatste stop van vandaag. De liefhebbers kunnen nog even een verfrissende duik nemen in de Creek en het is de laatste plaspauze op een echte wc. Nouja, een longdrop-toilet wc met een diep gat eronder. Doorspoelen kan niet, er is geen water. Nu zijn longdrop wc’s heel normaal in Nieuw Zeeland en Australie. Vrijwel alle openbaar toiletten zijn londrop toiletten zonder spoelwater. Gelukkig stinken de meesten niet zo erg, maar af en toe is de stank niet te harden. De wc van Eli Creek valt reuze mee met de stank. Op de camping moeten we het doen met een mobiel caravantoillet in een krappe tent, die deze avond ook dienst doet als campingdouche.

Vanavond geen steak van de BBQ maar kip van de BBQ met wederom veel groenten en rijst. Dat gaat er wel in na zo’n lange dag mooie plekjes spotten. Na het eten ruimen we de afvalzak nog iets beter op dan de eerste avond. We willen niet dat er weer een dingo ermee vandoor gaat. We zijn allemaal moe en het regent weer, dus we zitten met zijn allen aan de lange tafels onder het zeil gezellig te kletsen. Mark en Sloshy, het hulpje van Mark, zitten er ook bij en Mark pakt zijn gitaar erbij. Het wordt een muziekaal avondje met een diversiteit aan gitaarsongs. Mark speelt zelfs Black van Pearl Jam op de gitaar. We hebben ook een meisje uit Rusland in de groep, Anna. Ze is niet echt spraakzaam, maar vanavond komt ze helemaal los. Ze kletst, in gebrekkig engels, er op los en speelt een zelfgeschreven lied op de gitaar. Iedereen luisterd aandachtig naar haar lied en ze krijgt luid applaus. Het is een gezellige avond en we leren elkaar wat beter kennen.

De laatste dag is aangebroken. De vorige avond werd er natuurlijk ook veel gesproken over het rijden in de jeeps. Het blijkt dat de derde auto een manuel is in plaats van een automaat. Susan heeft tot nu toe alleen in de automaat gereden, dus ze wilt ook nog in de manuel een stukje rijden. Eens zien of dat op zand nou echt anders is dan de automaat. Gelijk op de eerste etappe krijgt Susan de kans om in de manuel te rijden. We gaan naar Lake Wabby, een klein stukje rijden van het kamp. Het is voornamelijk over het strand, dus echt het verschil testen gaat niet, maar de indruk is er.

Het is een flink stuk lopen, op blote voeten, door het bos voordat we bij de zandduinen komen die rond Lake Wabby liggen. Doordat Fraser een zandeiland is kun je prima op blote voeten rondlopen. Schoeisel of slippers kun je wel thuis laten. Lake Wabby ligt aan de voet van een enorme zandduin die heel langzaam het meer ingeblazen wordt door de wind. Over een aantal jaar zal het meer verdwenen zijn, helaas. Het is een mooi meer met aan de ene kant de enorme zandduin en aan de andere kant het tropisch regenwoud. Met een beetje geluk kun je in het meer schilpadden spotten, helaas laten ze zich niet zien als wij er zijn. Het meer zit ook vol met catfish wat al naar je toe komt als je alleen al in het water staat. De zandduin is uitermate geschikt om vanaf te rennen, springen, rollen of op welke manier dan ook om het water in te gaan. De ‘Sausage’ is een populaire manier, je wordt er wel wat duizelig van. Niek en Sloshy wagen het erop en rollen de duin af het water in. We krijgen ruim te tijd om van de mooie plek te genieten en te zwemmen in het meer. Voordat we terug gaan maken we nog een ‘dune-jump’-foto voor op de website van Dropbear Adventures.

Mark had de vorige dag geroepen dat Niek wel in de jeep mocht rijden. Tot nu toe is dat niet gebeurd. We gaan opweg naar het kamp voor de lunch en vertrek naar de ferry naar Hervey Bay. Sloshy rijdt in de automaat. Mark in de leadcar en wij zitten in de manuel. Op een gegeven moment stopt de leadcar en stapt Mark uit. Niek moet rijden meldt Mark! Mark gaat als instructeur op de bijrijdersstoel zitten. Omdat Sloshy al vooruit is met de automaat is er geen chauffeur voor de leadcar. Susan wordt aangewezen om de leadcar te rijden. Nu is ze de enige die alle drie de auto’s gereden heeft.

Voor Niek is het de eerste keer achter het stuur van een auto en gelijk ook de manuel! Hij krijgt een korte uitleg over het schakelen en dan is het de bedoeling om de auto naar het kamp te sturen. Het gaat goed, hij laat de auto niet een keer afslaan en rijdt met 60km/h terug naar het kamp. Netjes alle golven en heuveltjes ontwijkend. Vanuit de leadcar ziet het er allemaal heel natuurlijk uit. Een buitenstaander kan niet zien dat er iemand achter het stuur zit die nog nooit in een auto heeft gereden en het eigenlijk ook niet mag van de oogarts. Het kamp zelf oprijden laat hij toch maar weer over aan iemand met een rijbewijs. Het is een smal paadje met veel los zand, dat doet Mark toch maar zelf. Maar toch, het was een geweldige ervaring!

In het kamp wacht ons de laatste lunch, we wisselen nog emailadressen uit en dan splitsen we op in twee groepen. Een deel gaat naar Noosa en wij gaan met een aantal anderen naar Hervey Bay om vanaf daar onze reis langs de oostkust te vervolgen. We worden een uurtje later bij de ferry naar Hervey Bay afgezet. Nog een 40 minuten varen en dan is ook dit geweldige avontuur voorbij. Niet ver voordat we in Hervey Bay aankomen zien we op eens een vin boven het water uitsteken. Ja hoor, een echte haai, precies zoals je ze van een tekenfilm kent. Een 5 minuten later verlaten we de ferry en kunnen we terug kijken op een paar geweldige dagen op Fraser. Dropbear (Mark and Hana) It was Awesome!

7 thoughts on “4×4

  1. Zo Niek, die ervaring neemt niemand je meer af !! En Susan als volleerd chauffeur alle elementen trotseren. Geweldig leuk om te lezen en volgens mij voor jullie zeker super om mee te maken.

    gr. J

  2. Hoi reizigers

    Suan nu moet je toch een andere auto aanschaffen want in een opeltje wil je natuurlijk niet meer rijden.
    Al met al wederom een mooi verhaal en mooie foto’s
    ik wordt jalours

    groeten

    peter

  3. Hoi reizigers

    jullie taal en schrift dus wordt steeds engelser , de spellingschecker heeft er steeds meer moeite mee
    Hopenlijk kunnen julliue straks nog aclimatiseren,

    groeten

    peter

  4. Lieve Niek en Susan,
    Wat een avontuur en dan niet alleen dat Susan in alle merken en modellenn van auto`s heeft gereden maar dat Niek ook eens mag proeven wat het is om een auto te besturen. geweldig gewoon. Het verhaal nodig wel uit om het ook eens te doen, ook eens naar andere culturen te kijken en te beleven. Ik kijk met spanning uit naar jullie volgend verhaal.
    Vele lieve groeten, Margriet

  5. Weer genoten van een heerlijk, avontuurlijk verhaal! Geweldig dat jullie zo genieten en allerlei speciale dingen opzoeken om te beleven! Kunnen jullie het zelf allemaal nog wel bevatten? Goed dat jullie, door deze weblog, alles vastleggen en zelf ook later weer kunnen herbeleven, samen met verschrikkelijk veel foto’s natuurlijk!
    Lieve groeten!

  6. Hey Niek, volgende keer rijd jij naar de Ardennen…!

    Erg gaaf wat jullie allemaal meemaken.
    groetjes A&A

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *