Bali

21 novembeer – 3 december

21 november vliegen we van Darwin naar Bali, Indonesie. We laten de westerse wereld weer achter ons. Aan het begin van de avond komen we aan in Denpasar waar we gelijk overvallen worden door de taxi maffia. Oja, zo ging het er ook alweer aan toe in Azie. Eerst moet je je door een horde mannetjes worstelen die allemaal teveel vragen voor een taxi ritje naar je hotel. Iets verder van deze horde mannetjes staan de taxi’s die een normalere prijs vragen voor een ritje. Het is al donker en besluiten de officiele airport taxi naar Sanur te nemen tegen een fixed-price. Dit is maar een fractie duurder dan de echte taxi prijs die je aan de straat betaald buiten het vliegveld, dus dat is prima.

Een half uur later komen we aan in ons hotel in Sanur. We zijn hier al eens eerder geweest, maar toen hebben we er alleen maar een nachtje geslapen en dus niks van Sanur gezien. Nu gaan we hier eens uitzoeken wat we de komende weken in Indonesie gaan doen. Sanur is erg toeristisch en behalve strand, vol met stenen en plastic, en souvenierwinkeltjes heeft het niet zoveel te bieden. Vanuit Sanur kun je wel makkelijk boottripjes boeken naar Nusa Lembongan en de Gili’s bij Lombok. Ideaal wanneer je de drukte van Bali wilt ontvluchten.

De eerste dag in Sanur is het 22 november, Niek is jarig. Taart is wat lastig te vinden, dus we kopen een stuk spekkoek om dit heugelijke feit te vieren. De ochtend slenteren we wat langs het strand en door de vele winkeltjes die er zijn. ‘s Middags gaan we bij Abbo en Loes op bezoek, een oom en tante van Niek die toevallig ook in Sanur zijn. Helaas is de reden dat ze in Sanur zijn niet zo leuk. Abbo heeft zijn heup gebroken bij een valpartij in de badkamer van hun hotel in Ubud. Ze waren net op Bali aangekomen voor een vakantie Bali-Java. Helaas is het anders gelopen. De hele middag brengen we met zijn vieren door en we kletsen gezellig bij. Op een gegeven moment schud Sanur op zijn grondvesten. Een lichte aardbeving van 5.5 op de schaal van Richter blijkt. Het is goed te voelen en ook zie je alles bewegen, maar er stort niks in en ook een tsunami waarschuwing blijft gelukkig uit.

De tweede dag in Sanur besteden we aan het uitzoeken van bootkaartjes naar Lembongan en de mogelijkheden om vanuit Sanur verder Bali te verkennen. We sluiten de dag af met een heerlijke massage. Het schijnt zo te zijn dat er rond Lembongan goede duikspots zijn. Eens zien wat we kunnen doen daar.

De boot gaat op een schappelijke tijd, 10.30u, we kunnen dus rustig aan doen. Een uur later zijn we op het eiland. Zelfs hier worden we overladen door mannetjes met de vraag om ‘transport’ en ‘cheap room’. Op de boot hadden we van een Australisch stel een homestay aanbevolen gekregen. We besluiten daar naar toe te gaan om te kijken of ze nog een kamer vrij hebben. Als we daar aankomen blijkt net de laatste kamer vergeven te zijn, helaas. Dan toch maar naar de buren. Morgen hebben ze wel weer kamers beschikbaar. De rest van de middag lopen we wat rond opzoek naar duikmogelijkheden en liggen we in het zwembad van Wahyu Homestay, de plek waar we morgen naar toe gaan. Iedereen is heel relaxed op het eiland. Alles kan en de zwembaden zijn allemaal gemeengoed lijkt het. Geen probleem als je komt zwemmen terwijl je er niet verblijft. Heerlijk die mentaliteit.

De volgende dag pakken we onze tas weer en vertrekken we naar Wahyu homestay, huren een scooter en gaan op pad. Wel een beetje wennen dat chaotische rijgedrag van de Indonesiers. Ze rijden over het algemeen links, maar vaak is het rijden waar plek is. Gelukkig is het eiland niet heel groot en de wegen niet heel druk.

httpv://www.youtube.com/watch?v=uflaMIiJyxU&feature=plcp

We rijden eerst naar het toeristische deel van het eiland. Hier heb je diverse mooie strandjes. De zee is alleen niet erg egschikt voor een verfrissende duik. De branding is erg sterk en de hoge golven komen tot ver op het strand. Het blijft bij het bekijken van de strandjes. We rijden verder door de bossen en langs de kleine huisjes. Veel locals leven van het toerisme, maar de meeste zijn werkzaam in de zeewierteelt. Het stikt van de zeewierplantages rondom Nusa Lembongan. Het ziet eruit als een gewas zoals wij bijvoorbeeld mais kennen, alleen dan donker groen en onder water. Netjes verdeelt in rechthoekige blokken. Het zeewier wordt voor veel doeleinden gebruikt, maar het meeste wordt verwerkt in cosmetische producten als champoo. We maken nog een aantal stops op verschillende uitkijkpunten en rijden over een houten brug naar een ander, nog kleiner eilandje. Het is een gammel, spannend bruggetje, zeker met de scooter. Aan de andere kant van de brug stoppen we bij een kleine warung, een klein lokaal eettentje waar je simpele gerechten kunt kopen, voor de lunch. We bestellen een heerlijke, spicy fried noodles. De mevrouw van de warung spreekt geen woord engels en wij maar drie woorden indonesisch, maar het lukt toch om een klein gesprekje aan te knopen. Even later komt haar man thuis en hij vraagt of we zin hebben in verse kokosnootsap, nou dat lust Susan wel. Een paar minuten later staat er een heerlijk fris glas kokosnootsap op tafel. De man, hij spreekt drie woorden engels, is erg geinteresseerd in waar we vandaan komen en wat we van Indonesie vinden. Erg gezellig. Als we weer op pad gaan merkt hij de zonnebril van Niek op. Hij vraagt of Niek de bril, een simpele plastic zonnebril uit Bolivia, wilt ruilen tegen zijn zonnebril, een Polaroid bril (mogelijk fake). Nou, waarom niet. Helaas past de meneer Niek zijn bril niet en Niek de bril van de meneer niet. De ruil gaat niet door. De hele middag tuffen we over de twee eilandjes en vermaken ons prima. Tegen het einde van de middag zijn we weer terug op de hoofdstraat waar we verblijven. We maken eerst nog een stop bij Blue Corner Dive, de duikschool die ons het meest aanspreekt, voor nog wat meer info over het duiken. De dag sluiten we af met een verfrissende duik in ons zwembad.

Door het gebrekkige internet in Australie zijn we wat achter komen te liggen met vanalles. Blog, administratie, enz. in Indonesie is internet wel weer ruim beschikbaar en in Wahyu werkt het zelfs behoorlijk goed. Een goed moment om alles weer bij te werken. We moeten ook gaan nadenken waar we met kerst en oud en nieuw willen zijn. Mogelijk dat we alvast een accomodatie moeten regelen voor die dagen. Niet vervelend, een dagje in de boeken en achter de computer met verse vruchtensap en het zwembad binnen handbereik.

Later die middag gaan we naar Blue Corner Dive om ons aan te melden voor twee fun dives voor morgen. De rest van de middag liggen we hier in het zwembad en kletsen wat met de cursisten van de PADI cursus en de mensen die er werken. Gezellige boel.

Het is zover, we gaan onze eerste duik maken sinds we onze PADI gehaald hebben ruim vier maanden geleden. Toch wel weer spannend. Als we ‘s ochtends vroeg aankomen bij BCD blijkt bijna alles al klaar te staan, we hoeven niks zelf op te bouwen of naar de boot te slepen, behalve ons wetsuit met de schoentjes en de weightbelt. Ze vinden dat de gasten het zware werk niet hoeven te doen, ze zijn op vakantie en moeten ervan genieten. Wel even raar, op de PADI cursus hebben we aangeleerd dat we alles zelf moesten doen. BCD en regulator op de zuurstoffles zetten en controleren en naar de boot brengen. Zelf voor je bril, flippers, weightbelt en natuurlijk je wetsuit zorgen. Luxe dit.

Het is een klein stukje varen naar de eerste snorkelspot Toya Pakeh. We zijn niet alleen op de boot, ook de cursisten en een nog een meneer voor een fun dive zijn erbij. We gaan uiteindelijk met vijf personen duiken, Niek, Susan, Chris (onze gids), Kim (dive master in opleiding) en nog een andere gast. Niek gaat met Chris het water in en Susan met de meneer (de andere gast). Kim gaat mee als extra gids. De meneer heeft erg veel moeite om te dalen. Het duurt een hele tijd en diverse keren moet ook Susan weer omhoog om haar buddy niet kwijt te raken. Na tien minuten stuntelen besluit de meneer om terug te gaan naar de boot, het lukt niet. Kim gaat vervolgens met Susan mee naar beneden om de duik af te maken. Er staat behoorlijk veel stroming onder water, dus dat is gelijk een goede oefening om de bouancy, je drijfvermogen, te oefenen. De stroming zorgt er ook voor dat je je flippers nauwelijks nodig hebt, je laat je gewoon door de stroming over het rif voeren. We zien veel kleurrijk koraal en veel kleine en grotere vissen. De vissen die we zoal op deze duik gezien hebben zijn: Butterfly fish, Ragged-finned firefish, Lionfish, Triggerfish, Scorpionfish, Batfish, Yellow-magined Morray en nog tientallen kleine visjes in allerlei kleuren en vormen. Na een half uur is het tijd om weer aan boord te gaan en een hapje te eten. Ondertussen varen we naar de volgende spot, Mangrove. Ook hier staat behoorlijk wat stroming, ook onder water. De stroming zorgt er ook voor dat de boot wat op en neer deint, niet zo fijn als je last hebt van zeeziekte. Susan voelt zich niet zo lekker als het tijd is om weer het water in te gaan. Gelukkig hebben ze aan boord pilletjes tegen zeeziekte en daarmee verdwijnt de misselijkheid. Tijdens de tweede duik zien we weer vissen van allerlei formaat en kleuren zoals: Scrawled filefish, Blue Trevally, Oriental Sweetlips, Surgeonfish, Butterfly fish, Margined Morray, Moorish Idol, Parrotfish en weer diverse kleine kleurrijke visjes.

httpv://www.youtube.com/watch?v=N9cYP12O3iE&feature=plcp

Het gaat een hele tijd goed onderwater, maar na zo’n twintig minuten voelt Susan zich toch weer raar. Kim en Susan gaan naar boven en daar komt de nasi eruit. Dat lag dus toch wat zwaar op de maag blijkbaar. Weer terug op de boot, komen ook de andere duikers weer boven en is het tijd om terug te varen naar Blue Corner. Ook nu weer hoeven we de zware spullen niet naar de kant te brengen en schoon te maken, dat wordt allemaal voor ons gedaan. We moeten alleen zorgen voor de weightbelt en het wetsuit. Op de boot hadden we al gesproken over het maken van een nachtduik.

De volgende dag is het volle maan en dan staat er een nachtduik gepland. We besluiten om mee te gaan. Wanneer je vier duiken of meer maakt krijg je korting op de duiken. We besluiten om ook mee te gaan met de ochtend duiken en dan in plaats van twee, een duik te maken. De planning is om naar Manta te gaan en naar Sekolah Dasar. Bij Manta komen zeer veel Manta roggen voor. Ze eten het plankton wat net onder het oppervlak in het water drijft, je hoeft niet diep te duiken om ze te kunnen zien. Je hier kun je dus ook goed snorkelen. We gaan bij Manta snorkelen en bij Sekolah Dasar duiken. Het is bekend dat er veel golven zijn bij Manta, dus het is slim om vantevoren al een pilletje in te nemen tegen zeeziekte. Hopenlijk gaat het goed. Zogauw we aankomen bij Manta blijkt de deining toch behoorlijk te zijn en zelfs een pilletje kan niet voorkomen dat de misselijkheid weer toeslaat. Niek gaat met de snorkelspullen het water in, maar Susan besluit om aan boort te blijven in de hoop dat de misselijkheid zo onder controle te houden is. Helaas niet, maar we hebben wel heel veel enorme Manta’s gezien, vlak naast de boot!

Op Sekolah Dasar staat gelukkig nauwelijks stroming en er zijn geen golven. De misselijkheid verdwijnt direct, gelukkig. We kunnen met zijn allen het water in en toch nog genieten van het onderwaterleven. We zien weer vanalles: Parrot fish, Trigger fish en heel veel gele en blauwe visjes. Als we weer terug aan wal zijn blijven we nog een paar uur hangen in het zwembad van Blue Corner. Tegen de tijd dat we naar Wahyu terug willen voor een hapje eten begint het te onweren en te regenen, maar even wachten dus.

Om zes uur worden we terug verwacht bij Blue Corner voor de nightdive. Het is volle maan en voor de hindoes betekend dat feest met offers voor de goden. Iedereen kleedt zich op zijn mooist voor de ceremonie. Onze bootman is ook naar de ceremonie, we moeten wachten totdat hij terug is voordat we kunnen gaan. Een half uur later dan gepland is hij er en kunnen we vertrekken. We hoeven niet ver. In Lembongan Bay is het ondiep met veel koraal en zandbodem en ideaal voor een nightdive. Eenmaal in het water blijkt het toch echt anders te zijn dan duiken overdag. Het is donker en je ziet nauwelijks kleuronderscheid. Niek kan beter zien in het donker, maar voor Susan is het lastig zo zonder prescription mask (duikbril op sterkte). Alles heeft dezelfde kleur en de dieren hebben ook allemaal schudkleuren en vallen nauwelijks op in het koraal. Gelukkig heeft Chris een filmpje gemaakt en kan Susan na afloop toch nog zien wat ze gemist heeft. Tijdens een nachtduik zie je vooral krabben in diverse vormen en maten, garnalen, spinachtige beestjes en met een beetje geluk een slapende parrotfish. Deze dieren blazen en bel waar ze in slapen om zich zo te beschermen tegen parasieten. Deze zien we vanavond niet. Drie kwartier later is het tijd om terug te gaan naar Blue Corner.

Na het papierwerk, logboek en registratie nightdive, wordt het tijd om opzoek te gaan naar avondeten. Het is al na negenen ondertussen en veel tentjes zijn al gesloten. Gelukkig vinden we nog wat te eten in het winkeltje tegenover Wahyu. Als we ooit onze Advanced certificaat willen halen moet je een aantal adventure dives gemaakt hebben. De nightdive geldt als adventure dive en mag daarvoor gebruikt worden. Dat is mooi meegenomen, maar eerst een keer op zoek naar een duikbril op sterkte voor Susan, dat maakt het allemaal toch een stuk makkelijker onder water.

Van duiken wordt je behoorlijk moe en besluiten nog een dagje op het eiland te blijven om bij te komen voordat we verder reizen naar Ubud. Ubud is een stadje in centraal Bali en erg toeristisch. In de directe omgevin van Ubud liggen een aantal tempels die veel bezocht worden en in Ubud zelf The Monkey Forrest wat erg populair is. Vanuit Nusa Lembongan gaan we eerst met de boot terug naar Sanur. Hier gaan de bussen naar Ubud. Voordat we de bus pakken gaan we eerst in een diveshop kijken of ze een bril op sterkte hebben voor Susan. De bril wordt snel gevonden alleen hebben ze niet de goede sterkte van de glazen op voorraad. Helaas geen prescription bril voor Susan, even verder zoeken dus. Dan maar op zoek naar vervoer naar Ubud. Het duurt nog ruim anderhalf uur voordat de bus gaat, misschien vinden we een mannetje die ons naar Ubud wilt brengen voor een schappelijke prijs. Al snel vinden we een taxichauffeur die ons naar Ubud wilt brengen. Scheelt weer een hoop tijd.

Als je ergens aankomt met je rugzak gaat het altijd hetzelfde, je moet eerst diverse mannetjes afwimpelen die ‘Transport’ aanbieden, vervolgens mannetjes die ‘cheap room’ of ‘looking for room’ naar je roepen. Met een beetje pech heb je constant een mannetje met je mee lopen wat je overal naar binnen probeert te krijgen omdat hij dan een commissie krijgt. We kijken bij een homestay, maar omdat we nooit gelijk bij de eerste plek blijven gaan we nog even verder kijken. Wanneer we weer op straat staan worden we direct door een ander mannetje aangesproken of we op zoek zijn naar een kamer. Hij is de eigenaar van een kleine homestay, hij heeft maar twee kamers, die hij wel wilt laten zien. We lopen mee en komen uit in een zeer nette tuin en krijgen een mooie kamer te zien met badkamer met warme douche. Een douche is al zeldzaam in Indonesie en een warme douche al helemaal. Dit lijkt ons wel wat. De komende dagen wordt Tudes Homestay onze uitvalsbasis. De rest van de middag gaan we naar de market, de plek om souveniers te kopen. We hebben nog een paar maanden voor de boeg en plek voor souverniers is er niet in onze tas. We laten de lelijke bloezen, houten bakjes, pennen, aanstekers, teenslippers, vliegers, schilderijen en andere zooi voor wat het is. Wel vindt Susan een sarong en een shirt, die komen wel van pas in dit warme land.

We gaan de omgeving van Ubud verkennen en wel op de scooter. Het is eenvoudig om er een te huren en je kunt dan makkelijk naar de tempels die rond Ubud liggen. Het verkeer in en rond Ubud is wel even anders dan het verkeer op Nusa Lembongan. Hier is het veel drukker en op kruizingen een nog grotere chaos. Over het algemeen geldt dat je gewoon met de stroom mee moet rijden en als je over wilt steken je of heel snel moet zijn, of eerst langzaam een stukje tegen het verkeer in moet rijden totdat er een gaatje ontstaat om naar de andere weghelft te gaan. Daar weer met de stroom mee rijden en langzaam verder invoegen. Ook hier wordt ieder vrij gaatje benut om in te rijden of het nu een scooter, een auto of een bus is. Wel spannend, zeker in het begin. Na een tijdje wen je er zowaar aan en kun je gewoon meerijden met het overige verkeer.

Eerst gaan we naar Goa Gajah, de Elephant Cave. Dit is een belangrijke hindoe tempel. Erg mooi is hij niet, erg zwart en groen van de aanslag. Het water voor de tempel is ook meer groen dan wat anders en het is zo ondiep dat de grote vissen op hun zij moeten zwemmen om te kunnen bewegen. Als ze normaal in het water liggen, liggen ze met hun buik op de bodem en steekt een deel van de rug en de rugvin boven het water uit. Geen optimaal zwemwater. We slenteren een tijdje door het complex en de tuin, die er wel mooi bij ligt.

httpv://www.youtube.com/watch?v=-qJ3m5mJ4XU&feature=plcp

We stappen weer op de scooter en gaan op pad. Onderweg komen we door kleine dorpjes en langs diverse tempels. De meeste zijn gesloten voor publiek, maar ook vanaf de buitenkant krijg je een indruk van hoe het eruit moet zien. In de Ubud regio wordt veel rijst geteelt. Overal langs de weg zie je kleine en grotere rijstvelden liggen. Het geeft een mooi plaatje zo vanaf de scooter. We tuffen de hele middag rond eten wat onderweg bij een warung. ‘s Avonds spreken we Margriet op skype, die is net terug van haar vakantie naar Zuid Afrika en heeft daar veel mooie dingen gezien, onder andere ‘The Big Five’. Leuk om te horen en om weer bij te kletsen.

We blijven nog een dag in Ubud om wat meer van de stad zelf te zien. The Monkey Forrest bekijken we alleen vanaf de poort. Zoals de naam zegt, het is een bos waar apen leven en die hebben we in Costa Rica al genoeg gezien. Deze apen zijn toeristen gewend en erg aggressief wanneer ze denken dat je eten hebt. Je moet erg oppassen om niet gebeten of gekrabt te worden. Er is zelfs een EHBO post aan de ingang van het bos waar je, in geval van een apenbeet, de eertse behandeling tegen rabies kunt krijgen. Fijne beesten, apen, ahum. We hebben geen zin om rabies op te lopen en geloven het wel. De apen houden zich niet aan de grenzen van The Monkey Forrest, tijdens onze wandeling door de stad komen we er nog genoeg tegen. Na de lunch begint het te regenen, tegen de tijd dat we bij de tempels aankomen plenst het enorm en trekt een een flinke onweersbui over. Even schuilen maar. Wanneer het bijna droog is gaan we naar de market om het tweede deel van de onweersbui af te wachten. Een uur later is het eindelijk droog en bijna donker ondertussen. We gaan terug naar Tudes om onze tas weer in te pakken, morgen verlaten we Ubud om naar Java te reizen.

Tijd om weer verder gaan, we gaan met de bus en ferry naar Java, Er is geen rechtstreekse bus verbinding vanaf Ubud dus dat gaat een lange dag worden. We keizen ook niet voor een rechtstreekse bus vanaf Denpasar , nee we gaan voor de public bussen, we gaan voor het avontuur met lokale bussen.  Denpasar is de plek waar al het openbaar vervoer op Bali georganiseerd wordt. Vanaf daar kun je alle kanten op. Zo ook naar Java. Nu heeft Denpasar diverse terminals vanaf waar de bussen en bemo’s, kleine minibusjes, aankomen en vertrekken naar de verschillende bestemmingen. Vanuit Ubud zitten we eerst ruim een uur in een bemo naar een van de busterminals. Hier moeten we overstappen op een bemo naar de andere busterminal vanwaar de bussen naar Java gaan. Een half uur later zijn we er. Nog voordat we uitgestapt zijn, hangen er tientallen mannetjes aan de bemo die allemaal ‘Transport’ aanbieden. Nee, we willen niet mee. De bus naar Gilimanuk, de plaats waar de ferry naar Java gaat, is snel gevonden. Weer een lokale bus. Het leuke aan lokale bussen is dat je veel aanspraak hebt van de andere reizigers. De conducteur hangt de meeste tijd half buiten de bus om de busrit aan te prijzen. Bij iedere stop, en de bus stopt heel vaak, springen er straatmuziekanten in de bus, spelen een deuntje, houden hun petje op en gaan weer. Wel gezellig, maar na 10 muziekanten heb je het valse gezang en gitaargepingel wel gehoord. Ook komen er heel vaak straatverkopers de bus in met eten en drinken. Erg handig als je dorst hebt in de warme bus. Begin van de middag komen we aan in Gilimanuk, hier gaat de ferry naar Java. Aan de andere kant maar eens zien hoe we verder gaan reizen.

3 thoughts on “Bali

  1. Hoi lieverds,
    Weer genoten van jullie belevenissen. Leuk die filmpjes erbij dan heb je nog meer idee hoe het eruitziet daar.
    Fijn dat jullie Abbo en Loes troffen op Bali. Wat een pech voor hen hè. Het gaat gelukkig goed met Abbo maar hij heeft nog een hele weg te gaan.
    Veel plezier verder.
    Groetjes Marianne

  2. stoer susan dat duiken en rijden met die scooter.
    Jullie hebben een mooie reis en mooi weer. veel plezier nog
    groetjes uit een koud malden
    jet

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *