Java

5 – 19 december

Met een angkot (mini busje) reizen we van Lawang weer terug naar Probolinggo, waar we de grote bus pakken naar Malang. Een busritje van twee uur brengt ons naar Malang, een stad met een rijke Nederlandse geschiedenis, zoals vele plaatsen op Java. Het is behoorlijk regenachtig als we aankomen in Malang. Gelukkig hebben we snel een plek voor de nacht gevonden en wel boven op het dak van een hotel. We verblijven voor het eerst sinds Australie weer in een hostel. Het hostel is wel vele malen kleiner dan de hostels uit Australie. Het lijkt ook meer op een klein hotel dan op een hostel. Er zijn douches, zeldzaam in Indonesie, en met warm water, nog zeldzamer. We kunnen genieten van een heerlijke warme douche om het zwarte Bromo zand van ons af te spoelen. Tegen de tijd dat we weer op zoek gaan naar eten is het droog. Het is een lange dag geweest, optijd naar bed vanavond.

We zijn maar een dagje in Malang en hebben een druk programma. Niek is al lang niet meer naar de kapper geweest en Susan heeft weer genoeg van zijn mooie krullen. We vinden een klein kapperszaakje waar Niek geknipt wordt. Dat veel dingen hier heel goedkoop zijn wisten we al, maar geknipt worden voor 40 cent is toch wel heel erg goedkoop. Na de kapper regelen we een treinkaartje voor de trein naar Yogyakarta, de volgende stop. ‘s Middags schuilen we nog een paar keer voor een regenbui en wanneer het droog geworden is, laten twee studenten ons de stad zien. Ze studeren toerisme en lopen stage in het hostel waar we verblijven. De rondleidingen zijn voor hen gelijk een goede manier om hun Engels te oefenen. Ze laten ons alle interessante dingen van de stad zien zoals het (Nederlandse) stadhuis, een (leegstaand)huis, ook door Nederlanders gebouwd, wat nu gebruikt wordt door scholieren en studenten om bijvoorbeeld foto’s te maken in een speciale, spannende omgeving. We gaan naar de vogeltjesmarkt, waar vooral honden, konijnen, vogels, vissen en reptielen en toebehoren worden verkocht. Het is een gezellige middag, we zien veel van de stad, leren het een en ander over de geschiedenis van Malang, maar kletsen vooral heel veel met de twee studenten (namen vergeten) over van wat ze bezig houdt in het dagelijks leven en de verschillen tussen het leven in Nederland en Indonesie. Het is al donker als we terug keren naar het hostel.

Met de trein gaan we de volgende dag verder naar Yogyakarta. We hebben stoelen in de derde klas, maar hier is niets slechts aan, een beetje hetzelfde als de tweede klas in Nederland. De trein heeft zelfs airco en of we dit nu echt fijn vinden weten we niet. Voordeel is dat het niet warm is. Nadeel is dat een dikke trui eigenlijk te weinig is om het aangenaam warm te hebben. Goed, we zijn niet op reis voor het comfort, maar voor de ervaring. Een lange rit van een uur of 9 brengt ons in Yogyakarta. Het landschap wisselt af van dorpjes, steden en heel veel rijstvelden. Rond een uur of vijf arriveren we in Yogya, zoals Yogyakarta ook wel genoemd wordt, en begint het spelletje mannetjes afschudden weer. Yogya kent dichtbij het station een klein gebied van kleine steegjes waar het stikt van de homestays. We lopen een half uurtje rond op zoek naar een leuke slaapplaats voor de komende dagen. Na veel kamers gezien te hebben denken we de beste gevonden te hebben bij Tiffa Losmen. Een prima kamer voor ons met zelfs een eigen badkamer en ontbijt is inclusief. Er is een leuk balkon waar je prima een boekje kan lezen en kopje Java koffie kan drinken. We hebben voor Yogya nog geen plannen maar er is zoveel te doen en te zien in de omgeving dat dat geen probleem moet zijn. De eerste dag in Yogya doen we niets anders en slenteren we alleen in de stad rond. We zijn deze dag niet zo lekker, we zijn hartstikke verkouden. Toch die airco in de trein? Het vochtige weer? Wat maakt het ook uit, we zijn in een geweldige stad en gaan het lekker een paar dagen rustig aan doen. We bezoeken het paleis op zondag en vinden nog een leuk jurkje voor Susan. Maandag is onze uitziek dag en dinsdag wordt het weer tijd voor actie.

Yogya is de stad van waaruit je gemakkelijk de twee belangrijkste tempels van Java kunt bekijken. De Boedhistische Borobudur en de Hindoeistische Prambanan. We boeken een toertje en gaan op pad, weer vroeg op. Om vijf uur worden we opgehaald om naar de Borobudur te gaan. Het is een klein uurtje rijden en wanneer de poorten open gaan zijn we bij de ingang. De Borobudur is de belangrijkste Boedhistische tempel van Indonesie. Behalve dat Indonesie het grootste Islamitische land ter wereld is, is ook het boedhisme een belangrijke godsdienst. De Borobudur ligt in een regio waar ook veel actieve vulkanen liggen en waar geregeld aardbevingen voor komen. De Borobudur heeft ze tot nu toe allemaal overleeft. Zoals de zware aardbeving van 2006 en de vernietigende uitbarsting van de Merapi in 2010. De Borobudur was toen, slechts, bedekt onder een dikke laag vulkanisch as.

Als je het goed wilt doen, moet je eigenlijk alle etages rond lopen, met de klok mee en op de onderste beginnen en al biddend, langzaam naar boven. Zo bewaar je het mooiste voor het laatste. Door de enorme populariteit die het complex heden ten dagen heeft, is het fototechnisch beter om eerst helemaal naar boven te gaan, je foto’s te schieten en dan rustig naar beneden te gaan. Tegen de tijd dat je klaar bent met foto’s maken staat het zo vol met toeristen en scholieren dat je geen enkele foto meer kunt maken zonder dat er mensen op staan en ben je zelf de atractie geworden. We hebben niet bijgehouden hoeveel foto’s er van ons gemaakt zijn, maar het zijn er heel veel. Alle school kinderen willen met je op de foto, een westerse toerist is kennelijk erg bijzonder, specialer dan de Borobudur zelf lijkt het.

Na de Borobudur gaan we naar de volgende stop, een kleine Boedhistische tempel, die behoorlijk in verval is, en een sanctuary die wel de moeite waard is. Daarna stappen we weer in de auto opweg naar de Prambanan. Een dik uur later zijn we er. De Prambanan is de grootste Hindoe tempel op Java. Het is gebouwd tussen de achtste en de tiende eeuw en eeuwen lang in gebruik geweest. Na jaren van leegstand en plunderingen was er niet veel meer over van het complex. Het hele complex is toen herbouwd tot het complex van tegenwoordig. De zware aardbeving van 2010 heeft er voor gezorgt dat een heel groot deel ingestort is. De acht belangrijkste tempels zijn weer herbouwd en weer open voor publiek, maar de sporen zijn nog steeds zichtbaar. De Shiva tempel, de grootste en de belangrijkste, staat nog steeds onder renovatie en is alleen met een bouwhelm te betreden. De scheuren in de muren zijn nog goed zichtbaar en alles wordt met de hand gerenoveerd. Aparte ervaring. Rondom het complex is de verwoesting vooral goed te zien, of eigenlijk niet meer te zien. Hier stonden 244 kleine tempeltjes, hier is niks meer van over behalve een grote verzameling losse stenen. De Prambanan tempel is duidelijk minder populair dan de Borobudur, hier zijn geen hordes scholieren te vinden die met je op de foto willen. We beginnen ze bijna te missen.

Begin van de middag zijn we weer terug in Yogya en net als we weer over de Malioboro, de hoofdstraat vol met winkeltjes, stalletjes en eetkarretjes, willen gaan slenteren, begint het weer te onweren. Het is regenseizoen in Indonesie en tot nu toe hebben we er weinig hinder van gehad. Op Bali zo af en toe een onweersbui en op Java meestal rond een uur of vier in de middag een bui. We merken wel dat de regen steeds eerder op de dag komt en soms ook langer aanhoudt. Maargoed, we zien wel. Paraplu mee en ergens schuilen als het nodig is. Het dagelijks leven gaat gewoon door, met of zonder regen. Gelukkig is het winkelgebied van de Malioboro overdekt, dus echt last van de regen heb je niet. Het is er alleen nog drukker dan anders.

Na vijf dagen Yogya wordt het tijd om verder te gaan. We gaan eens een kijkje nemen bij de meest actieve vulkaan van de wereld, de Merapi. Op een anderhalf uur rijden van Yogya ligt Kaliurang, een klein dorpje aan de voet van de Merapi. Prima plek dus om de berg te gaan verkennen. We nemen de angkot naar Kaliurang, waar we voor de deur van ons hostel worden afgezet. Het regent weer, dus we houden het bij een klein rondje door het dorp. Het lijkt niet meer droog te worden vanmiddag, prima weer om een film te kijken op de laptop. We zijn weer in de bergen en net als bij Bromo is ook hier de temperatuur aangenamer dan in de stad. Het is niet zo koud dat we een dikke trui nodig hebben, maar een extra vest is wel lekker, zeker met die regen. ‘s Avonds gaan we eten in een kleine warung en het lijkt erop dat we de enige toeristen zijn in het dorp. Morgenvroeg gaan we met onze gids op pad naar de Merapi.

De Merapi, Berg van Vuur, is al jaren de meest actieve vulkaan ter wereld en dagelijks kunnen er kleine uitbarstingen plaatsvinden. Om de paar jaar wordt er een grote, vaak vernietigende, uitbarsting verwacht. De laatste grote uitbarsting was in 2010. Alle uitbarstingen in het verleden vonden plaats in de vroege ochtend rond vier uur en duurde een uur of twee, behalve de laatste die vond plaats om middernacht en duurde vierentwintig uur. Ook de richting van de lava en hete stoom en as was anders dan ‘normaal’. Bij alle uitbarstingen stroomde de lava en hete as westwaarts, maar de laatste keer oostwaarts. Daarom ook was deze laaste uitbarsting zo verwoestend. Aan de oostkant van de berg lag een dorpje. Dit dorpje is met de grond gelijk gemaakt en veel mensen zijn hierbij omgekomen.

We lopen het dorp uit en al snel komen we uit in het bos wat ons naar het uitzichtpunt leidt. Het gebied waarin we lopen is in 2010 volledig verbrand geweest en was bedekt onder een dikke laag heet as. Er was niks meer van over. Vulkanisch as is zeer rijk aan mineralen en de grond op de berg is erg vruchtbaar. Het bos heeft zich in twee jaar tijd weer goed weten te herstellen. Nu groeien er vooral grassen en struiken met hier en daar een boom die het toch heeft weten te overleven. De grassen zijn hoog en soms is het lastig om het pad te vinden. Er liggen veel verbrande bomen op het pad en op handen en voeten banen we ons een weg door het hoge struikgewas. Na een uurtje klouteren komen we aan aan de rand van de kloof. Vanaf hier hebben we een goed uitzicht over het hele gebied en genieten we van de zonsopkomst. De berg Merapi verkleurd mooi rood in het ochtendlicht. We lopen verder en dalen af in de kloof. Op de bodem van de kloof ligt een dikke laag lava wat al duizenden jaren oud is. We steken de kloof over en klimmen verder omhoog naar het volgende uitzichtpunt waar we goed zicht hebben op de Merapi. De Merapi is vooral in de ochtend actief met het spuwen van rook en stoom. Dit geeft een mooi plaatje. Het tweede uitzichtpunt ligt in een gebied waar je alleen met een gids mag komen, die de berg kent en die af en toe even belt met de Merapi om te vragen of het nog wel veilig is. De onderzoekstorens op de berg meten de activiteit dag en nacht en zenden deze info uit naar de zender die onze gids bij zich heeft. Oftewel we bevinden ons in gevaarlijk en verboden gebied. Dit is een gebied wat bij een uitbarsting vrijwel direct last heeft van vallende stenen, as en pyroclastic clouds, gloeiend heet gas. Vandaag is de Merapi rustig. Er is rook te zien, maar geen lava. Volgens onze gids is dit al een hele tijd niet meer zichtbaar. We genieten van het uitzicht op deze spannende berg. Raar idee om zo dicht, minder dan twee kilometer, bij een levensgevaarlijke vulkaan te staan die ieder moment kan uitbarsten. We gaan weer terug naar het dorp en een uurtje later kunnen we genieten van onze tweede ontbijt van deze morgen.

Nadat we de tas weer ingepakt hebben gaan we terug naar Yogya, dit is het makkelijkst om verder te reizen naar een willekeurig volgende bestemming. Als we aankomen in Yogya is het te laat om door te reizen naar Bandung. Er gaat alleen nog een nachttrein en daar hebben we niet zoveel zin in. We blijven nog een nachtje in Yogya en morgen reizen we verder naar Bandung.

De trein is wat minder dan de vorige. Geen airco en een waaier die het maar half doet, erg warm is het vandaag. De rit voert ons door kleine en grotere plaatsjes en langs heel veel rijstvelden. Naarmate we dichter bij Bandung komen wordt het gebied heuvelachtiger. Hier liggen ook nog wat vulkanen, vandaar. Om vijf uur in de middag komen we aan in Bandung en jahoor, het regent weer. Regenhoes om de tassen, paraplu en lopen maar. Het is vrijdag vandaag en een slaapplek vinden blijkt nu wat lastiger te zijn dan dat we gewend zijn van de andere plaatsen. De meeste hotels die we vinden zijn erg duur of zitten vol. Homestays en guesthouses zitten niet in dit deel van de stad en zoeken in het donker is niet het meest makkelijke. Uiteindelijk vinden we een simpel hotel en kunnen we op zoek naar eten. Dat is niet moeilijk hier. Het stikt van de stalletjes en restaurantjes. We genieten aan de straat van een nasi goreng cumi udung.

Zaterdag gaat de wekker weer op tijd. We gaan deze dag weer een vulkaan bekijken. Deze vulkaan zou ook spectaculair moeten zijn omdat je in de krater kan wandelen. We vinden al snel de juiste minibus richting het park van de vulkaan. Na een uur rijden zien we hem liggen we komen dus in de buurt. Maar dan gaat het mis. Ons busje wordt door een man aangehouden, er wordt wat gesproken met de chauffeur in het Indonesisch. Wij kunnen er niets van verstaan. Er wordt verteld, door de man die het busje heeft aangehouden, dat het busje niet verder gaat voor ons en dat we eruit moeten. Huh! We hebben geen keuze stappen uit en betalen. Het mannetje heeft een ander busje dat ons wel even naar de vulkaan kan brengen, maar dan vanaf dat punt voor een prijs die meer dan 20 keer het normale bedrag is. We weigeren aan deze oplichters praktijken mee te doen. De prijs zakt nog wat maar blijft nog steeds ver boven de prijs die het zou moeten zijn voor een afstand van maximaal 10 kilometer. We hebben geen zin om met deze oplichters mee te gaan. We proberen de man af te schudden en een andere minibus aan te houden. Maar de man wil van geen wijken weten. We steken de weg over en nemen de eerste de beste minibus terug naar Bandung. Deze mensen zijn gelukkig vriendelijk en brengen ons tegen kostprijs terug naar Bandung. Een beetje teleurgesteld en een ervaring rijker komen we aan in Bandung. We lopen nog een rondje door de stad. Bandung is de tweede stad op Java. Dit merk je aan alles. Het is groot, vies, er is meer armoede en de mensen zijn minder vriendelijk dan we gewend zijn geraakt.

We verlaten Bandung de volgende dag. Een Nederlands meisje heeft ons op Nusa Lembongan heel enthousias verteld over een homestay in Cianjur. Slechts en paar uur van Bandung en op de weg naar Jakarta. We nemen weer diverse mini busjes om de bus terminal die aan de rand van de stad ligt te bereken. Vanaf de terminal nemen we een normale touringcar richting Cianjur. Dit is de eerste normale bus sinds we in Indonesie reizen, ook wel eens relax. Een paar uur later komen we zonder problemen aan bij de homestay.

We worden zeer gastvrij ontvangen. De eigenaar spreekt zelfs een paar worden Nederlands. Het blijkt dat zijn dochter met een Nederlander getrouwd is en in Nederland woont. We blijven twee dagen in Cianjur en de eerste dag doen we niet heel veel. Niet omdat we lui zijn of van alles willen regelen. Nee deze keer zijn het de weergoden die ons slecht gezind zijn en het giet de hele middag. ‘s Avond wisselen we informatie uit met een ander Nederlands stel dat ook een jaartje op reis is. De tweede dag worden we vroeg gewekt door de speaker van de Moskee die op het dak van de homestay lijkt te staan. Het is maandag en dus reden om extra vroeg, extra lang en extra veel herrie te maken lijkt het. Gelukkig kunnen we de ogen nog een paar uurtjes sluiten als de moskee eindelijk klaar is.

De ochtend gaan we naar de markt om ingredienten te halen voor de cooking class van de middag. De ochtend is de beste tijd om boodschappen te doen. Alles is dan nog vers en, niet onbelangrijk, het is nog niet zo warm. Yanty, de vrouw die de cookingclass verzorgt, laat ons de de groentes en kruides zien die veel gebruikt worden in de Indonesische keuken en we proeven hier en daar wat tropische vruchten. Cianjur is niet echt toeristisch en we hebben veel aanspraak op de markt van de locals. Het is een gezellige ochtend. Die middag krijgen we een lesje Indonesche koken. We beginnen met de tempe. De tempe koop je kant en klaar, maar je moet het nog frituren en een pittig sausje maken. We gaan aan de slag. Het volgende gerecht is kip curry, weer een sausje maken en de kip marineren. Groenten in een lekker sausje, gefrituurde maiskoekjes en natuurlijk rijst. Dat alles wordt op een tweepits gasstel klaargemaakt en een twee uur later kunnen we aan tafel. Vanavond zijn er twee andere Nederlanders is de homestay, ook met hen wisselen we informatie uit over reizen in Maleisie. En Niek loopt zelfs nog een stukje hard (op de band).

Voor ons wordt het na twee dagen in de homestay tijd om verder te gaan. We hebben nog anderhalve dag voordat onze vlucht naar Maleisie gaat. We kunnen rechtstreeks vanaf Cianjur naar het vliegveld gaan, maar dat is een dikke vijf uur reizen in het drukke verkeer rond Jakarta. Niet slim als je een vlucht wilt halen. We besluiten naar Bogor te gaan. Bogor een stad wat vlak bij Jakarta ligt en van waar de bussen naar het vliegveld gaan. Het is een ritje van minibusjes. Eerst twee minibusjes binnen Cianjur voordat we bij de juiste het juiste busje komen wat ons naar Bogor brengt. Hoe dichter we bij Bogor komen, hoe donkerder de lucht wordt. Als we aankomen in Bogor giet het. Snel weer regenhoes om de tas en proberen de grote plassen te vermijden, wat onmogelijk is. Snel zoeken we een afdakje op waar we net onder passen met onze tassen. De mensen die ook aan het schuilen zijn, zijn direct benieuwd waar we vandaan komen en waar we naartoe op weg zijn. Na een kwartier, het hoost nog steeds, komt er een man bij ons staan en vraagt in goed engels waar we naar toe gaan. Hij heeft een auto verhuurbedrijf en als we intresse hebben wilt hij ons wel naar de airport brengen morgen. We hebben niet direct zin in een dure auto met chauffeur, dus blijven wat afstandelijk met toezeggen van dingen. Even later biedt hij ons aan om te schuilen in zijn kantoortje van het verhuurbedrijf. Nou, dat is wel prettig. Het is een klein kantoortje en met ons erbij zit het helemaal vol, zeker ook omdat er nog heel wat andere mensen zitten. Direct krijgen we te maken met de Indonesische gastvrijheid. Nog voordat we zitten hebben we al een beker drinken in de hand en nog voordat deze op is krijgen we de vraag of we zin hebben in koffie. Het is lunchtijd en de mensen die in de office werken en gewoon zitten gaan een bord noodlesoep eten. Ook nu weer krijgen we de vraag of we ook iets willen eten. We hebben, nog, geen trek dus dit keer slaan we het offer af. De kroepoek lusten we wel, tot tevredenheid van de dames in de office. Ze vinden maar dat we moeten eten. Ondertussen is het nog niets droger geworden. De man die ons naar binnen heeft gevraagd kan goed engels en heeft een oom en tante in Nederland wonen. We kletsen over van alles en nog wat en ineens staat de mevrouw van de warung next door met twee bakjes noodlesoup voor onze neus. Nu ontkomen we er niet meer aan en braaf eten we de noodlesoup op.

Uiteindelijk na ruim twee uur wordt de regen minder en gaan we op pad op zoek naar een slaapplek. We bedanken de vriendelijke meneer voor de gastvrijheid en gaan op pad. In dit deel van de stad zit niet heel veel, maar toch vinden we een goedkoop hotelletje voor een nacht. We gaan nog even op pad om te kijken waar we morgen de bus moeten pakken naar de airport. Susan is niet zo lekker vandaag, dus snel weer terug naar het hotel en de rest van de middag en avond niks meer doen.

De laatste dag in Indonesie is aangebroken. Vanmiddag vliegen we naar Kuala Lumpur, Maleisie. We staan vroeg op zodat we tijd genoeg hebben om naar de airport te reizen. Vanaf Bogor is het nog twee uur met de bus, maar het verkeer rond Jakarta is een hel, dus we nemen ruim de tijd voor deze busrit. Om kwart over acht stappen we in de bus en om half elf zijn we op het vliegveld, niet slecht met al die files die we hebben gehad. Jakarta heeft drie terminals, we worden bij terminal twee, internationaal, afgezet. Binnen beginnen we toch te twijfelen of we wel goed zitten, onze vlucht zien we nergens staan. Even vragen maar. Inderdaad, we moeten naar terminal drie, internationaal. Gelukkig rijdt er een shuttle bus tussen de terminals. Op naar terminal drie. Een paar minuten later zijn we er en kunnen we inchecken. Het wachten kan beginnen. Een kleine drie uur later vertrekt ons vliegtuig naar Kuala Lumper, Maleisie, een nieuw land in Zuid-oost Azie wacht op ons.

[travelmap-map first=91 last=106]

[travelmap-list first=91 last=106]

3 thoughts on “Java

  1. Hoi reizigers

    een beetje natte en rokerige bedoeling daar.
    Jammer dat dat laatste reisje naar de vulkaan niet doorgegaan is dat had misschien spannende foto’s opgeleverd.
    Wij zijn vooral benieuwd naar jullie kookkunst weer wat erbij geleerd zo te lezen.
    Wij hebben gisteren ( eerste kerstdag) een flinke kalkoen verorberd

    groeten

    peter en margriet

  2. Nou nou, dat was een hele ruk om door te lezen en naar de leuke foto’s te kijken. Prachtig wat jullie meemaken. Ben benieuwd naar het kookboek 🙂

    Geertjan

  3. Hoi lieverds,
    Dat was een heel verhaal, leuk om te lezen. Jammer dat er zoveel regen valt maar ja dat kun je in deze tijd van het jaar verwachten, het hoort ook een beetje bij Indonesië. Jullie hebben weer veel gezien. Ik ben benieuwd wat Maleisië brengt. Veel plezier.
    Groetjes en liefs Marianne

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *