Tet

20 januari – 15 februari

De tijd dat wij door Vietnam reizen staat vooral in het teken van het Chinees nieuwjaar ofwel de Tet. Welke impact de Tet op onze reis door dit land zou hebben hadden we van te voren niet overzien. In de Mekong Delta (LINK) zien we de eerste tekenen van de Tet. De grote straat langs de Mekong wordt gedeeltelijk afgezet en in het midden worden allerlei kraampjes opgebouwd, die vooral planten verkopen die in bloei staan. Op dat moment hebben we geen idee waar dit voor is. Maar ons wordt al snel duidelijk dat dit voor het nieuwjaar is. Wat dan nog zo’n twee weken duurt.

Na onze reis door de Mekong Delta arriveren we op 25 januari in Ho Chi Minh City, of beter bekend als Saigon. We hebben een locale express bus naar Saigon genomen en belanden natuurlijk weer op een busstation dat niet op de plek ligt waar wij willen wezen. Wanneer je de bus uitstapt wordt je omsingeld door mannen die je een ritje met de taxi op of de motor aanbieden. Wij gaan deze keer het avondtuur aan met de locale stadsbus. Natuurlijk moeten we wat extra betalen om ons blanke kleurtje, maar nog altijd is het ritje goedkoop. Zonder problemen vinden we het centrum van Saigon en kunnen we in het backpackers gebied op zoek naar een hotel of guesthouse voor de komende dagen. Dit blijkt nog een hele klus want er zitten er heel veel en aan de buitenkant is niet te zien hoe de kamers er van binnen uitzien. Na een stuk of tien hotels en guesthouses bekeken te hebben, vinden we een aardig hotel met nette kamers en worden we het zelfs eens over de prijs. We hebben weer een slaapplaats voor de komende dagen.

Saigon, de grootste en wellicht ook de drukste stad in Vietnam. Oversteken tussen al het geweld van brommers is een uitdaging. Maar bovenal is Saigon een hele grote stad waar wij maar een klein stukje van gezien hebben. Je kijkt toch altijd weer je ogen uit aan wat je op straat ziet. Markten, sportende mensen in het park, straatverkopers en heel veel verkeer. In het gebied van Saigon waar wij slapen onstaan aan het eind van de middag allemaal terrasjes op de stoep. Niet bij kroegjes, maar gewoon voor de winkeltjes op de stoep. Naarmate de avond vordert, lijken deze terrasjes zich verder uit te breiden tot net op de straat. Je moet hier niet denken aan een ruim opgezet terras zoals in Nederland. Nee, denk maar eens terug aan de stoeltjes die je op de kleuter school had. De stoeltjes en krukjes voor peuters. Deze terrasjes bestaan uit deze inieminie stoeltjes en tafeltjes. Dus als westerling ben je al blij als het is gelukt te gaan zitten. Eigenlijk is heel veel in Vietnam inieminie; de stoeltjes, de kopjes thee, de kopjes koffie, soms de porties eten, een tweepersoons bed, stoelen in de bus en de mensen. De terrasjes in Saigon blijken een leuke plek om wat te drinken en locals te ontmoeten. Zo leren we steeds meer over de Tet (Chinees nieuwjaar). Er wordt ons door een vriendelijke local vertelt dat de Tet chaos elke dag toeneemt. Huizen worden schoongemaakt, geverfd en versierd met bloemem. Er wordt nieuwe kleding gekocht. Alles moet op orde zijn voor de Tet. Veel mensen in Vietnam reizen terug naar de plaats waar ze vandaan komen. Studenten beginnen hier al twee weken voor de Tet mee, de rest volgt een week later. Na de Tet reist iedereen weer terug naar waar ze wonen en werken. Wat dit voor ons betekent? Dat het vinden van vervoer niet altijd gemakkelijk gaat worden. Zo wordt ons verteld dat je soms een dag moet wachten op een buskaartje. Trein- en vliegtickets zijn gewoon niet meer beschikbaar. We vragen ons af of het echt zo erg is.

Een bezoekje aan een aantal reisbureau’s leert al snel dat er de komende drie weken geen treinticket richting Hanoi meer te krijgen is. Vliegen vanaf Hue en de bus lijken op dit moment de enigste optie. We willen graag op ons gemak door een land reizen zonder al te veel te moeten plannen, zodat we extra kunnen genieten op de plaatsen waar het heel goed bevalt. We hebben dan ook tijd om de route te kunnen aanpassen als we goede tips krijgen en snel weg kunnen als het niet bevalt. De Tet lijkt ons helaas te beperken in de flexibiliteit. Eerst maar eens meer van Saigon en omgeving gaan zien. Vlakbij Saigon ligt een gebied waar nog veel tunnels te vinden zijn uit de Vietnam oorlog. Het gebied ligt een stukje van de stad af, dus een tour lijkt de beste optie om deze tunnels te bekijken. Voordat we bij de Cu Chi tunnels aankomen krijgen we een verplichte stop in een meubelmakerij met bijbehorende souvenirshop. Binnen vijf minuten zijn we de makerij en de winkel door, net als de meeste mensen uit onze bus. Toch moeten we nog ruim een kwartier wachten voordat de bus verder gaat naar ons eindpunt, de tunnels. Graag hadden we hier zelf rondgelopen en meer over de tunnels en de geschiedenis te weten gekomen, maar dat gaat niet. Iedereen moet onder begeleiding van een gids door het park. Onze gids is niet zo geweldig en er staat een verplicht bezoek aan het schietveld op het programma. Twee dingen die voor ons niet zo hoeven. We hobbelen wat achter de groep aan en luisteren naar het praatje wat onze gids te vertellen heeft. Ze brengt het niet boeiend en lijkt ook haast te hebben. We racen van de ene stop naar de andere. Van andere gidsen pikken we hier en daar een interessanter verhaaltje op, zo komen we toch nog aan onze informatie over hoe de mensen geleefd hebben hier in de tunnels.

De Cu Chi tunnels zijn een enorm buizensysteem wat drie lagen diep is. Er zijn verschillende ruimtes waar de mensen kookten, sliepen, leefden, enz. Geen enkele ruimte was met een rechte buis aan elkaar verbonden. Dit heeft heel wat mensenlevens gered toen de tunnels door de Amerikanen werden ontdekt. Kogels kunnen nou eenmaal niet om een hoekje. De tunnels hadden diverse ingangen. Buitenstaanders konden ze nauwelijks vinden omdat ze goed gecamoufleerd waren. Het waren kleine houten luikjes in de grond met een laag zand en takken er overheen. Er was maar een manier om naar binnen te glippen en dat was met de armen gestrekt boven het hoofd, anders kom je met je schouders vast te zitten en kun je het luikje niet sluiten. Dit werkte goed voor de kleine, magere Vietnamesen, de volle, grote Amerikanen kwamen geregeld vast te zitten in de tunnels. Heel slim waren de Vietnamesen en ze hebben het lang vol gehouden onder de grond, ook toen de Amerikanen wisten dat in dat gebied ondergrondse schuiltunnels waren. Maar ook heel veel Vietnamesen zijn hier omgekomen door de gifgas aanvallen.

Al lopend door het park vinden we ook zelf een ingang, die niet als bezienswaardigheid is gemerkt en een originele boobytrap. Een valkuil met scherpe bamboepunten op de bodem, een pijnlijke langzame dood tot gevolg wanneer je per ongeluk besluit de bamboepunten van dichtbij te gaan bekijken. Gelukkig staat er een hekje omheen. De andere gebruikte boobytraps zijn in een ruimte tentoongesteld en liggen niet meer op de originele plaats in het bos. Even later komen we bij tunnels die open zijn voor publiek. Natuurlijk gaan we erin. Tegenwoordig zijn ze wat verlicht, maar dat was vroeger niet. De tunnels zijn erg laag en nauw, je moet niet claustrofobisch zijn hier. Zelfs de kleine Vietnamesen kunnen niet rechtop staan in de tunnels. Wat, behalve de nauwe buizen opvalt, is dat het heel warm is onder de grond. Het leven ondergronds is echt afzien geweest. Nadat we de tunnels doorgeworsteld hebben lopen we naar de schietbaan. Hier kun je kogels kopen voor het geweer waarmee je wilt schieten. De keuze is reuze. Van een miterieur tot een bazooka, het is mogelijk. Een aantal mensen uit onze bus kunnen de verleiding niet weerstaan en kopen kogels, voor ons hoeft dit niet en we gaan een eindje verderop ons broodje opeten.

Met de schietbaan zijn we aan het einde gekomen van de excursie naar de Cu Chi tunnels. De terug weg is gelukkig zonder verplichte stop en de rest van de middag gebruiken we om in Saigon rond te wandelen en onze zoektocht naar een sportcamera voort te zetten. We vinden een shop die ze verkoopt voor een aantrekkelijke prijs, maar hij heeft ze niet op voorraad. Hij weet ook niet wanneer hij ze weer krijgt, want het is tenslotte vakantietijd, ofwel bijna Tet. ‘s Avonds gaan we weer naar het kroegstraatje voor een drankje en weer raken we aan de praat met locals, nu een wat oudere man die gebrekkig engels spreekt. Hij maakt ons duidelijk dat hij deze straat altijd erg gezellig vindt omdat het altijd vol is met toeristen en het bier er goedkoop is. We proosten heel wat af vanavond.

Na een paar dagen Saigon wordt het tijd om verder te gaan. We hebben een buskaartje naar Dalat weten te scoren en we gaan opweg. Dalat is de plaats van de Easy Riders. Alles over onze tourtocht met Sinh en Bom is te lezen in onze blogpost Easy Riders.

Nha Trang is het eindpunt van onze motor tour. Nha Trang ligt aan het strand, ideaal na drie dagen achter op de motor. Nha Trang zelf heeft niet zoveel te bieden. Het is een klein plaatsje met aan de rand van de stad diverse resorts waar veel Russen zitten. Met een kabelbaan kun je naar een eiland vlak bij de stad. Hier is een pretpark op gebouwd, maar die laten we voor wat het is. We gaan liever naar het strand.

Na een dag hebben we het wel gezien hier en vertrekken richting Hoi An. Dit is meer dan twaalf uur met de bus vanaf Nha Trang en we besluiten om halverwege te stoppen in Quy Nhon. Quy Nhon is bij de toeristen nauwelijks bekend. Het heeft een leuk strand en je kunt er goed vis eten. Klinkt goed. In de loop van de middag komen we aan in Quy Nhon en vanuit de taxi naar ons hotel zien we maar twee toeristen. Even later als we wat rond aan het lopen zijn, komen we er nog twee tegen. Dat waren alle toeristen deze dag. ‘s Avonds in een restaurant blijken er ook voornamelijk locals te komen eten. Gelukkig hebben we een woordenboekje, want de kaart is alleen in het Vietnamees. Het personeel vindt het prachtig en we hebben aan aandacht geen gebrek. De volgende dag bekijken we Quy Nhon. ‘s Avonds gaan we eten in een echt lokaal visrestaurant. Hier spreekt niemand van het personeel engels en ook de kaart is wederom alleen in het Vietnamees. Met ons woordenboekje paraat zijn we op zoek naar wat lekkers. Al snel komt er een vrouw naar ons toe die vraagt of ze ons wat aanbevelingen mag doen. Ze komt hier regelmatig eten en vanavond is ze met haar familie hier omdat het vakantie is. We zoeken samen met haar wat lekkers uit en ze besteld voor ons het eten. We genieten van een heerlijk stukje vis, een hotpot en een frisse salade. Quy Nhon is totaal niet toeristisch en dat is toch een groot verschil met andere plaatsen waar de mensen wel hordes toeristen gewend zijn. De mensen hier zijn oprecht vriendelijk en willen je proberen te helpen, ook al spreken ze zelf maar enkele woorden engels. Op andere plaatsen merkten we dat het heel lastig is om bijvoorbeeld reisinformatie te krijgen. De medewerkers van tourbureautjes geven nauwelijks tot geen antwoord op je vragen en blijven druk bezig hun computer wanneer je ze een vraag stelt. Soms kijken ze je niet eens aan als ze een antwoord geven. Dat is in Quy Nhon gelukkig anders. Het Chinees nieuwjaar duurt nog maar een week en dit merk je aan alles. Mensen zijn nergens anders meer mee bezig. Shops, restaurants en barretjes gaan in Quy Nhon van het een op het andere moment zomaar dicht. Mensen vertrekken naar de plek waar ze vandaan komen of zijn druk aan het poetsen.

Na Quy Nhon reizen we door naar Hoi An. Een toeristische stad in centraal Vietnam. We kunnen niet rechtstreeks en moeten in Danang overstappen. Danang ligt op een kleine dertig kilometer van Hoi An. Van Hoi An naar Danang gaan we met de stadsbus. Ook nu weer moeten we meer betalen omdat we toerist zijn, zogenaamd voor onze bagage. Tja, zo gaat dat in Vietnam, je bent toerist, dus je hebt geld. Je betaald meer dan de normale ritprijs en als je het daar niet mee eens bent, dan ga je maar met de taxi. Dit alles wordt op een zeer onvriendelijk manier duidelijk gemaakt. Na wat gemopper van ons en gemopper terug van de busman, de chauffeur bemoeit zich nooit met buskaartjes, worden we op het eindpunt van de bus afgezet aan de rand van Hoi An. Stadsbussen mogen de stad niet in. Vanaf hier is het nog een klein stukje achter op de motor naar het centrum van Hoi An. Hoi An is erg toeristisch en dat betekend veel comfort- en prijsverschillen tussen accomodaties. We lopen wat rond en bekijken heel wat hotels. Er is maar weinig waar we wel zouden willen overnachten. Of het is voor ons te duur, of het is vies en erg gebrekkig. Na een uurtje zoeken besluiten we bij het eerste hotel wat we gezien hebben, te overnachten. De budget kamer stinkt heel erg, maar de volgende dag komt er een andere vrij. Een nacht in een duurdere kamer is nog wel te overzien. De rest van de avond doen we niet veel meer en lopen wat door de oude stad. Hier stikt het van de kleermakers, allemaal kunnen ze prima kleding maken en namaken. Kopieren kunnen ze goed in Vietnam en niet alleen kleding.

We zijn al een tijd opzoek naar een sportcamera die we ook voor het duiken kunnen gebruiken. We ontdekken dat de importeur van Go Pro in Danang woont. Hij heeft de Black edition op voorraad en na een paar mailtjes zijn we het eens over de prijs. De lokale bus van Danang naar Hoi An was ons niet echt bevallen. Dus deze keer huren we een scooter. Dit is zelfs veel goedkoper dan met de bus. Wel spannend om in Vietnam op de scooter te stappen. Het verkeer is een grote chaos. De weg naar Danang loopt langs de kust en blijkt niet zo druk. De zee zien we alleen nauwelijks want de weg loopt toch niet helemaal langs de kust. Wanneer we bij de resorts van Danang aankomen, wordt het tijd om Philip een sms te sturen. Hij stuurt terug dat we naar een bepaald cafe moeten en dat hij ons daar op komt halen. We zitten goed en wel aan een verfrissende ijskoffie en daar komt onze cameraverkoper al aan. We raken direct aan de praat over vanalles en nog wat en na ons drankje gaan we naar zijn huis, daar staan de camera’s. Samen instaleren we de camera en na een paar biertjes gaan we met zijn drieen Danang in om een SD-kaart te kopen. Danang is, in tegenstelling tot Hoi An, een grote drukke stad. Susan weet zich prima een weg te banen door het drukke verkeer. Een paar uur later gaan we gewapend met camera, sd-kaart en een reservebatterij terug naar Hoi An. Dat was nog eens gezellig winkelen. Het is al donker als we in Hoi An aankomen. Het is nog vier dagen tot Tet en in de straten van Hoi An is het een grote bloemenzee. Het is een drukte van jewelste met scooters en mensen die nog gauw een paar grote potten met gele bloemen komen kopen. Twee of meer grote potten achter op de scooter mee naar huis, geen probleem. We monteren gewoon een palet achterop en anders binden we er een achterop en de andere zetten we tussen onze benen voorop.

We besluiten in Hoi An te blijven tot na Tet. Nu hebben we mooi de tijd om onze camera uit te proberen. De volgende dag gaan we met de scooter op pad en rijden we door de omgeving van Hoi An. Al snel merken we dat de batterij wel heel snel leeg is, gelukkig hebben we een reserve batterij. We gaan naar het strand om wat te experimenteren. Wel vreemd om je fotocamera in de golven te houden. Na een dagje scooteren en filmen ontdekken we dat de camera soms niet goed reageert op de aan-en-uit-knop. Het lijkt alsof hij vastloopt. Morgen nog maar eens wat proberen. De volgende dag rijden we richting Danang om naar de Monkey Mountains te gaan. Als we bijna bij Danang zijn merken we dat de camera weer vastloopt. We bellen Philip en we mogen direct langskomen. Daar proberen we nog het een keer en zetten er een andere versie van de software op. We gaan weer op pad. We rijden verder richting de Monkey Mountains. Het is een mooie bergachtige rit met steeds uitzicht op de zee. Helaas, de software update heeft niet geholpen, de camera loopt weer enkele keren vast. We bellen Philip weer en rijden terug naar Danang, we krijgen een andere. Onze oorspronkelijke laten we in Danang en we spreken af dat we morgenmiddag de box en toebehoren terug komen brengen. ‘s Avonds instaleren we de nieuwe camera en deze lijkt goed te werken zonder vast te lopen.

Voordat we weer terug gaan naar Danang is het tijd voor een excursie. We hebben een tour geboekt naar My Son, een tempelcomplex in de heuvels in de regio. Het complex is niet heel groot en als je de tempels van Angkor Wat en de Borodudur hebt gezien, zijn deze ook niet heel bijzonder. Toeristisch is het wel en het kost wat moeite om foto’s te maken zonder toeristen. Gelukkig komen alle bussen gelijktijdig aan en loopt iedereen hetzelfde rondje. Eerst doorlopen naar de kleinere tempels en het grotere hoofdcomplex later te bekijken heeft zeker zin, bijna alle toeristen zijn dan verdwenen. Het gebied van My Son is zwaar gebombardeerd geweest in de oorlog. Heel veel is vernietigd en niet meer herbouwd. Heel creatief met de namen van de tempels zijn de mensen niet geweest. De tempels hebben de namen A tot en met H meegekregen.

Begin van de middag zijn we terug in Hoi An. We stappen weer op de scooter om naar Danang te gaan. Maar eerst maken we een stop op het strand om een uurtje te niksen aan het water. De weg naar Danang kennen we ondertussen wel, ook de weg naar Philip’s huis weten we gemakkelijk te vinden, zelfs de binnendoor weg. Vandaag zijn we zo klaar. Oude box inleveren, een biertje drinken en we gaan weer terug naar Hoi An. Vanavond is het oud jaar en dat wordt gevierd met een groots vuurwerk. Het is heel de avond erg druk bij de rivier, zowel met toeristen als met locals. Om half twaalf is de rand van het water al niet meer te zien, zoveel mensen staan er, om een zo goed mogelijk plekje aan het water te hebben. Wij zoeken ook een plekje bij het water en twee minuten voor twaalf begint het ineens te stortregenen. Als of het zo moet zijn, het nieuwe jaar inluiden met een fikse regenbui. Ondanks de regen wordt het vuurwerk gewoon afgestoken. Wel twintig minuten lang wordt er hevig knalwerk de lucht ingeschoten. We hebben een schuilplek voor de regen gevonden, helaas zien we hierdoor minder van het vuurwerk. Als het vuurwerk voorbij is, stopt ook de regen. Hoe toevallig. Als we opweg gaan naar het hotel, komen we Judith tegen. Judith zijn we steeds onderweg tegengekomen zonder dat we met elkaar afgesproken hebben. Zij is met mensen uit haar hostel op stap en we besluiten mee te gaan voor een drankje. De rest van de avond vermaken we ons prima in bar waar vooral backpackers komen. Vanavond zijn er ook een aantal Vietnamese jongeren en die kijken hun ogen uit naar hoe wij, westerlingen, uitgaan. Ze zijn niet gewent dat mannen en vrouwen samen in een bar een drankje drinken en dansen. En dat terwijl er in Vietnam heel veel bier gedronken wordt op terrassen en in restaurants, ook door de vrouwen.

De laatste dag in Hoi An doen we niet zoveel, we gaan weer naar het strand. Vandaag is het Tet en dat is goed te merken. Van alle drukte van de laatste weken is niks meer te zien. De straten zijn net niet uitgestorven en bijna alle winkels en restaurants zijn gesloten. De bloemen verkopers zijn verdwenen en de straten zijn leeg en opgeruimd. Een groot contrast met hoe we Vietnam hebben leren kennen de laatste weken.

Hue, de laatste stad die we aandoen in Vietnam. Ons visa loopt over een week af en het lukt niet meer om nog naar het noorden te gaan. Vanaf Hue is het relatief eenvoudig om naar Laos te reizen. In Hue merken we goed de impact van de Tet. Bijna alles zit dicht, winkels, restaurants, banken. Echt bijna alles, behalve de dure toeristen restaurants. Ook een kaartje voor de bus naar Laos krijgen gaat niet makkelijk. Pas zes dagen na Tet gaan er pas weer bussen. Hue is in het verleden een belangrijke stad geweest. Hier heeft de macht gezeten. De verschillende keizers die geleefd en geregeerd hebben, hebben hier een grote citadel gebouwd en zijn in de omgeving van Hue begraven. De eerste dag bezoeken we de citadel, ook nu komen we Judith weer tegen. Dit zal de laatste keer zijn want zij reist vanavond door naar Hanoi. Misschien ontmoeten we elkaar weer in Laos of Thailand. De citadel is een groot complex van tempels, paviljoens, poorten, muren en tuinen waar de keizer en zijn personeel leefden. Wij weten niet precies wat we moeten verwachten en als we binnenkomen lijkt het erg druk met toeristen. Tet he, iedereen is vrij. Het complex blijkt zo groot dat we heerlijk kunnen rondwandelen door de tuinen, langs de talloze muren en maar zien wat er achter de volgende poort te zien is. We spenteren bijna een hele middag in het complex.

De tweede dag huren we een scooter om het gebied rondom Hue te bekijken. In de regio zijn diverse tombes van keizers te bezoeken. De eerste tombe die we bezoeken is alleen maar pracht een praal en zeer goed onderhouden. Door de drukte is het wel flink zoeken naar de tombe zelf. We tuffen verder rond op de scooter en nemen wat kleine weggetjes om wat meer van de omgeving te zien, opzoek naar een pagoda die we niet kunnen vinden. Vragend naar de weg komen we bij mensen thuis waar we een kopje kofie drinken en mooi kunnen schuilen voor de regen. We zien die middag nog een grote pagoda, vele rijstvelden en een groot complex waar drie tombes zijn. Dit laatste complex is wat meer in verval geraakt. Tot slot maken we een stop bij een budhistische tempel en pagoda die prachtig aan de rivier ligt. Aan het einde van de dag brengen we de scooter terug. Die avond pakken we onze tassen en genieten van een Pho, noodle soup, het nationale gerecht van Vietnam.

De volgende dag staan we vroeg op om de bus naar Laos te nemen. Een klein busje pikt ons op bij het hotel en brengt ons naar het busstation. Daar staat de grote bus klaar. Bagage wordt in de bus gepropt, zelfs onder de banken ligt het vol met tassen. De toeristen mogen niet voorin zitten, nee wij worden achter in de bus gepropt. Maar dit zijn nog niet eens de slechtste plaatsen. Sommige mensen moeten het doen met een klein krukje in het middenpad van de bus. In een uur of vier rijden we naar de grens. Op de grens wordt duidelijk gemaakt dat we in de rij voor een exit stempel moeten. Het is flink duwen in de rij, echt vriendelijk of sociaal gaat het er niet aan toe. En als je een kind in je armen hebt hoef je helemaal niet te wachten lijkt het. Na ruim drie kwartier hebben we onze stempel en wandelen we Vietnam uit, de bus is inmiddels foetsie.

Vietnam was voor ons een bijzondere ervaring, vooral doordat de weken dat wij in Vietnam waren alles in het teken stond van de Tet. We hebben verschillende dingen gezien en gedaan. We hebben veel vriendelijk mensen ontmoet maar helaas nog meer onvriendelijke mensen. Wil je door Vietnam reizen, dan moet je je hier gewoon tegen wapenen. Deze onvriendelijkheid is erg jammer, want het maakt een mooi en heel gevarieerd land een stuk minder leuk om doorheen te reizen. Andere reizigers die wij in hebben ontmoet, verlaten Vietnam vaak met hetzelfde gevoel.

[travelmap-map first=119 last=130]

[travelmap-list first=119 last=130]

2 thoughts on “Tet

  1. Hallo reizigers

    een mooi verhaal van de kleine drukke vriendelijke en onvriendelijke mensen.
    Ik hoop dat de camera goed blijft werken want nu terug gaan is moeilijk
    O ja als je wilt fotograveren en er lopen mensen voor. Zet de camara op statief en maak een paar dezelfde opnames. Slimme so0ftware kan de mensen verwijderen

    groeten

    peter

  2. Weer een boeiend relaas over een enerverend land. Zouden de jaren Vietnamoorlog niet ook een flinke invloed hebben gehad op de huidige onvriendelijkheid? Het is nogal wat geweest per slot. Ik weet niet hoe veel tienduizenden er een gruwelijke dood zijn gestorven en dan de attitude van de beide partijen in de oorlog naar elkaar maar ook naar de inwoners!

    Dank weer voor het verhaal.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *