Relax Zuidelijk Laos

15 februari – 22 februari

Het laatste dat we schreven over Vietnam was dat de bus verdwenen is en dat wij Laos binnen wandelen. Gelukkig blijkt de bus aan de Laos kant van de grens te staan. Er wordt ons duidelijk gemaakt dat we een visum moeten regelen. Formuliertjes invulen en dollars betalen. Vervolgens moeten we een minuutje of tien wachten op het visum en de stempel. Wanneer wij staan te wachten gaat de bus er weer vandoor. Er is niets gezegd tegen ons of tegen de andere mensen die een visum aan het regelen zijn. Alleen de mensen die geen visum nodig hebben zitten in de bus. Nadat iedereen zijn visum heeft, vervolgen we de weg maar lopend. Wellicht staat de bus om de hoek. Na een paar honderd meter nog geen bus. Dit is toch wel onprettig, sta je daar in ‘the middle of no where’ geen bus en geen tas meer. Er zit niets anders op om maar door te lopen. Een kilometer verder staat de bus bij een restaurantje. Tijd om te eten blijft er voor ons niet over, we bestellen snel een hapje om mee te nemen en klimmen weer in de bus. De bus vervolgt de weg. Rond een uur of acht ‘s-avond komen we aan op het busstation in Savanakhet.

Bij het uitstappen raken we aan de praat met een Amerikaans stel die ook geen zin hebben om met de eerste de beste tuk-tuk mee te gaan. We besluiten om gezamelijk een guesthouse te gaan zoeken. De tuk-tuk’s op het busstation vragen zoals altijd wat te hoge prijzen dus we gaan maar lopen. Deze taktiek werkt bijna altijd en de prijs keldert direct met 50 procent. Dan is het toch wel verleidelijk om in de tukt-tuk te stappen. Zonder problemen vinden we een plek voor de nacht. Die avond eten we gezellig met de Amerikanen en wisselen ervaringen uit. De volgende dag splitsen onze wegen alweer. Zij reizen naar het noorden en wij hebben besloten eerst naar het zuiden van Laos te reizen. Er zijn twee plaatsen in het zuiden van Laos waar we wel graag een stop willen maken. Het enige dat wel jammer is, is dat we de route dan heen en weer reizen. Geeft niet, we zien wel. De eerste stop wordt Pakse.

De volgende dag verlaten we ons guesthouse al vroeg om de bus van zeven uur te nemen. Het zou een ritje van een uur of vijf moeten zijn. Maar wij weten al lang dat je deze tijden heel ruim moet nemen. De bus die we hebben, is de lokale bus die overal stopt. Dit soort bussen wordt onder reizigers liefkozend ‘chickenbusses’ genoemd. Geen wonder ook, want tijdens onze busrit staat een jongen met de een kip naast Niek. De busrit is er wel een voor in het boekje. De bus zit overvol. Mensen zitten en hangen in het middenpad. Als ze de kans krijgen hangen en liggen ze boven op je. De bus mag dan wel geen dubbel dekker zijn maar als je de bagage op het dak bekijkt en het aantal mensen in de bus telt, zou je het best een dubbel dekker mogen noemen. Met slechts een lekke band en vele stops, komen we zeven uur later in Pakse aan. Bij het uitstappen ontmoeten we een Nederlands meisje dat alleen reist, Maureen. Zij blijkt hetzelfde guesthouse als ons op het oog te hebben. Dus wederom gaan we gezamelijk opzoek naar een slaapplaats. Die middag struinen we samen met Maureen door Pakse. We boeken een toertje voor de volgende dag naar het Bolaven plateau. 

De dagtour begint met een lange rit naar het plateau. De eerste stop is bij een paar watervallen die we alleen vanaf grote afstand kunnen zien. Ook laat de gids ons hier zien welke verschillende koffieplanten ze hier in Laos hebben. Net als in Vietnam zijn ze erg trots op hun koffie. Alleen deze keer geen gekkigheid met wezels die de koffie eerst eten en waar vervolgens de koffiebonenen uit de ontlastig van deze diertjes gezocht kan worden. De volgende stop is een korte stop bij een theeplantage. Niet zo groot als in Maleisie maar het ziet er allemaal wel leuk uit. We krijgen nog een een borrelglaasje thee te proeven. Voor meer moet natuurlijk de portemonnee getrokken worden. De thee is van geen bijzondere kwaliteit en we laten het bij een borreltje thee. Voordat we naar de watervallen gaan stoppen we bij een dorpje (minority village) en wandelen hier samen met de gids doorheen. Hier kun je goed zien hoe simpel het leven hier kan zijn. Maar hoe simpel het leven ook is, ieder huisje heeft in ieder geval een tv en schotel. Het dorpje is zelfvoorzienend en de extra inkomsten komen uit de verkoop van koffie.

Na het dorpje is het dan tijd voor de watervallen. We hebben alle drie geen zin in een grote wandeling. We lopen een klein rondje om de watervallen om al snel een mooi plekje voor de lunch te vinden. We relaxen een paar uur aan het water en nemen een paar duiken. Na de waterval zijn er nog twee stops. De eerste is de stop waar geshopt kan worden. Dit negeren we maar weer. De tweede stop is een soort openlucht museum in het klein. Na het bezoek aan het dorpje van de ochtend, waar nog echt geleefd wordt, is deze stop niet echt de moeite waard. Wel is er nog een mooie waterval maar helaas niet zwemwaardig. Na een lange dag komen we in het begin van de avond weer in Pakse terug. Wij waren er nog niet uit wat we de volgende dag wilden gaan doen, maar Maureen komt met het voorstel de volgende dag een brommer te huren en naar een tempel complex in de buurt te rijden. Lijkt ons een goed plan. We shoppen even rond naar brommers zodat we de volgende ochtend niet hoeven te zoeken naar een brommer.

Dit wordt het eerste avondtuur voor Susan op een schakelbrommer. Tot nu toe hebben we altijd een automaat gehad maar deze lijken in Laos niet te bestaan. Dus Susan krijgt haar schakelbrommer doop. Na een minuutje oefenen blijkt ook dit geen grote uitdaging en vlot rijden we weg naar de tempels. Een aardig tochtje, waar we weer wat van de omgeving kunnen zien, voert ons naar het tempel complex Wat Phu Champasak.

Wat Phu Champasak ligt dertig kilometer van Pakse vandaan. De weg er naartoe is goed te doen. Bijna alles is geasfalteerd, op een klein stukje na. Dit stukje weg zorgt er wel voor dat we een mooi laagje oranje stof over ons heen krijgen. Achja, zand werkt verkoelend en beschermd tegen zonnebrand.

Het tempelcomplex ligt tegen een berg aan gebouwd aan de rand van een groot meer. Via een een lange, onregelmatige trap bereiken we de tempel. Van een afstand ziet hij er groot en indrukwekkend uit, van dichtbij blijkt hij toch behoorlijk vervallen te zijn. We lopen een tijdje rond en schieten de nodige foto’s. Voordat we de hitte weer in gaan, genieten we in de schaduw van het prachtige uitzicht over het meer en de velden. Terug bij de scooter blijkt de zon flink haar best te hebben gedaan op de zadels. Een grilplaat is er niks bij. Met een beetje moeite lukt het om onze billen niet te hard te laten verbranden en we kunnen weer op weg. Op de terugweg maken we nog een stop bij een klein wegrestaurantje voor een drankje en bij een tempel. De tempels in Laos lijken allemaal bovenop een berg gebouwd te zijn. We moeten een hoge steile trap op om er te komen. Het uitzicht is wederom prachtig. Het is nog een paar kilometer terug naar Pakse en aan het einde van de dag genieten we, bruin/oranje van het stof en de zon, van een welverdiend koel drankje aan de rivier om de zonsondergang te bekijken. Daarna wordt het tijd om de scooters terug te brengen en het stof van ons af te douchen.

Het blijkt goed te klikken met Maureen. Dus we besluiten om ook gezamelijk verder naar de 4000 Islands te reizen. Die avond eten we gezellig bij een Indier. Wel weer eens lekker voor de afwsseling. De volgende dag vertrekken we met een minibusje richting de 4000 eilanden. Het ritje zou een uur of drie moeten duren. Dit betekent in Laos normaal tenminste drie maar wellicht vier of vijf uur. Onze bestuurder laat zien dat het ook anders kan en brengt ons als een gek naar de boot. In twee en een half uur zijn we bij de boot naar Don Det. Een smal lang gammel bootje brengt ons naar Don Det. Don Det is een van de grotere en bewoonde eilanden van de 4000 Islands. De meeste zijn zo klein dat een eend er niet eens kan wonen. Don Det staat bekend als een party eiland voor de backpackers. Gelukkig beperkt het party gebeuren zich tot de noordelijke punt van het eiland. Wij vinden in het zuiden en mooi guesthouse met een groot balkon met uitzicht op het water. Nog beter is dat op dit balkon grote bamboe hangmatten hangen. De middag gaat dan ook op aan een duurtest van deze hangmatten. In de drie dagen dat we op Don Det verblijven doen we niet heel veel. We wandeleen het eiland een keertje rond. Bezoeken het buureiland, waar we een van de grootste watervallen in de Mekong bekijken. Verder genieten we van het heerlijke relaxte leven op een eiland. Na drie dagen genieten is het weer tijd om de rugzakken te pakken en verder te reizen. We nemen afscheid van Maureen, zij reist verder richting Cambodja. Wij keren om en gaan richting het noorden.  

2 thoughts on “Relax Zuidelijk Laos

  1. Hoi Lieverds,
    Weer even bij gelezen en genoten van jullie belevenissen. Wat leuk dat je toch steeds weer mensen tegen komt waar je een fijn contact mee hebt.
    Geniet samen van Laos, ik geniet met jullie mee.
    Groetjes en liefs Marianne

  2. Wat leuk om jullie (en in dit geval ook een beetje mijn) belevenissen te lezen!
    Geniet van Indonesië en to ziens in Eindhoven of Zutphen:-)

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *